V-N 2019/23.9
Verlies uit hoofdelijke aansprakelijkstelling aftrekbaar. Paraplukrediet-arrest niet van toepassing.
HR 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:681, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 mei 2019
- Magistraten
Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/04930
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS50545:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:681, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:737, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑12‑2017
- Wetingang
art. 3.25 Wet IB 2001; art. 8 lid 1 Wet VPB 1969
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat moet worden onderzocht of een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest eenzelfde aansprakelijkheid als X bv te aanvaarden. Nu het hof deze maatstaf heeft toegepast, bevestigt de Hoge Raad het oordeel van het hof.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, heeft een 100% dochter-bv met een bancair krediet. X bv is vanaf oktober 2003 hoofdelijk aansprakelijk voor dat krediet. Begin 2013 verstrekt X bv in totaal € 65.000 aan de dochter-bv, zodat die het krediet kan verlagen. Later dat jaar gaat de dochter-bv failliet. Op dat moment is de bankschuld € 155.971. In haar VPB-aangifte over 2012 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.