Hof Amsterdam, 09-09-2015, nr. 23-003740-14
ECLI:NL:GHAMS:2015:3757
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
09-09-2015
- Zaaknummer
23-003740-14
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2015:3757, Uitspraak, Hof Amsterdam, 09‑09‑2015; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:1314, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 09‑09‑2015
Inhoudsindicatie
verduistering huurauto
parketnummer: 23-003740-14
datum uitspraak: 9 september 2015
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 25 september 2014 in de strafzaak onder parketnummer 13-120166-14 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1959,
adres: [adres 1].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 augustus 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 10 april 2014 tot en met 30 mei 2014 te Aalsmeer, in elk geval in Nederland, opzettelijk een (personen)auto, merk Toyota Aigo met het kenteken [kenteken nummer], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] (filiaal [adres 2] te Amsterdam), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als huurder en/of gebruiker, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal om proceseconomische redenen worden vernietigd.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw van de verdachte heeft vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat geen sprake was van wederrechtelijke toe-eigening, maar om niet meer dan contractbreuk.
Het hof verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende.
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is sprake van wederrechtelijke toe-eigening indien een persoon zonder daartoe gerechtigd te zijn als heer en meester beschikt over een goed dat aan een ander toebehoort. Weliswaar levert het enkele nalaten een gehuurde auto tijdig terug te brengen geen verduistering op, maar gelet op de volgende bijkomende omstandigheden is het hof van oordeel dat sprake is van meer dan alleen het niet tijdig retourneren van de auto.
De bewijsmiddelen houden in dat de verdachte na afloop van de huurperiode (op 14 april 2014), het besluit heeft genomen de auto niet (op dat moment) terug te geven aan [benadeelde], aan welk bedrijf de auto toebehoorde, maar de auto langer onder zich te houden. Hiervoor had de verdachte geen toestemming van [benadeelde]. De verklaring van de verdachte dat hij tegen een medewerker van [benadeelde] zou hebben gezegd dat hij de auto mogelijk langer wilde huren waarop de medewerker zou hebben geantwoord “zie maar”, wordt niet ondersteund door hetgeen is opgenomen in het dossier, noch door hetgeen ter terechtzitting is gebleken. Het hof acht deze verklaring ook niet aannemelijk. De verhuurder [benadeelde] heeft op diverse wijzen getracht contact op te nemen met de verdachte, maar de verdachte heeft daar niet op gereageerd en was voor de verhuurder onbereikbaar. De verdachte heeft de auto onder zich gehouden tot hij op 30 mei 2014 door de politie werd aangehouden. Toen een medewerker van [benadeelde] de verdachte op laatstgenoemde datum met de betreffende auto zag rijden en achter hem aan wilde rijden, is de verdachte er bovendien met hoge snelheid vandoor gegaan.
Al het voorgaande in samenhang bezien brengt het hof tot het oordeel dat de verdachte zich de auto opzettelijk en wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 10 april 2014 tot en met 30 mei 2014 in Nederland, opzettelijk een personenauto, merk Toyota Aigo met het kenteken [kenteken nummer], toebehorende aan [benadeelde], filiaal [adres 2] te Amsterdam, welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten als huurder en gebruiker, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het aanwenden van een rechtsmiddel zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
verduistering.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straf
De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 50 uren subsidiair 25 dagen vervangende hechtenis.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering van een huurauto. De verdachte heeft met zijn handelen niet alleen financiële schade toegebracht aan het verhuurbedrijf, maar heeft ook het vertrouwen dat het verhuurbedrijf mocht stellen in de huurder geschonden. Anderzijds wil het hof aannemen dat, zoals de verdachte ook heeft verklaard, het zijn bedoeling was de auto op enig moment weer in te leveren bij de verhuurder.
Het hof acht, alles afwegende, een geheel voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. A.E.M. Röttgering en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van mr. N.J. Ros, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 september 2015.
De voorzitter en de jongste raadsheer zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[....]