Vp-bulletin 2019/40
Inkomstenbelasting. Forfaitair rendement box 3 niet meer haalbaar voor de jaren 2013 en 2014: Hoge Raad grijpt echter niet in.
HR 14-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:948, m.nt. mw. S.G.M.J. Rebbens MSc. en J.M.P. Tobben MSc. LLM
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juni 2019
- Zaaknummer
18/03125
- Noot
mw. S.G.M.J. Rebbens MSc. en J.M.P. Tobben MSc. LLM
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS74299:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:948, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑06‑2019
Essentie
Inkomstenbelasting. Forfaitair rendement box 3 niet meer haalbaar voor de jaren 2013 en 2014: Hoge Raad grijpt echter niet in.
Uitspraak
(Publicatiedatum op www.rechtspraak.nl: 14 juni 2019)
Inleiding
Tot 1 januari 2017 werd het vermogen in box 3 na aftrek van het heffingvrij vermogen geacht een rendement van 4% op te leveren. Dit forfaitair vastgesteld rendement werd belast tegen een tarief van 30%. Voor de vaststelling van de rendementsgrondslag voor box 3 geldt één peildatum, 1 januari van het betreffende jaar. Vanaf 1 januari 2017 is de vermogensrendementsheffing in box 3 herzien teneinde de beoogde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.