Einde inhoudsopgave
Wet tarieven in strafzaken
Artikel 1 [Vergoedingen voor werkzaamheden]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
08-03-2017, Stb. 2017, 90 (uitgifte: 16-03-2017, kamerstukken: 34236)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-03-2017, Stb. 2017, 128 (uitgifte: 31-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
Op de voet van het bij en krachtens deze wet bepaalde worden vergoedingen toegekend voor werkzaamheden, voor tijdverzuim alsmede voor daarmede verband houdende noodzakelijke kosten, en voor gemaakte reis- en verblijfkosten, voor zover voortvloeiende uit een verzoek of opdracht van de justitie, ten behoeve van:
- a.
strafzaken, hieronder begrepen zaken betreffende overtredingen waarvan de burgerlijke rechter kennis neemt;
- b.
zaken waarin het openbaar ministerie optreedt ter uitvoering van de wet en waarvan de burgerlijke rechter kennis neemt.
2.
Behoudens het bepaalde in lid 3, komen de vergoedingen ten laste van 's Rijks kas, voor zover in bijzondere wetten niet anders is bepaald.
3.
Ingeval een verzoek of opdracht, als bedoeld in lid 1, is gedaan of gegeven op verzoek van de verdachte of gerekwestreerde en ingeval een verzoek of opdracht van dezelfde strekking zonder tussenkomst van de justitie is gedaan of gegeven door de verdachte of de gerekwestreerde, komen te diens laste vergoedingen, overeenkomstig het bij en krachtens deze wet bepaalde. Komen deze vergoedingen toe aan opsporingsambtenaren ingevolge een hun gedaan verzoek of gegeven opdracht tot het afleggen van een verklaring in een zaak waarin zij als zodanig zijn opgetreden, dan komen deze vergoedingen ten laste van 's Rijks kas.
4.
Indien door de justitie, al dan niet op verzoek van de verdachte, opdracht tot oproeping en bijstand van een tolk of vertaler is gegeven of bijstand van een tolk is verleend op grond van artikel 28, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, komen deze vergoedingen eveneens ten laste van ’s Rijks kas.
5.
Indien door de justitie, al dan niet op verzoek van het slachtoffer, opdracht tot oproeping en bijstand van een tolk of vertaler is gegeven of bijstand van een tolk is verleend op grond van artikel 51c, vijfde lid, artikel 51ca, eerste, vierde of negende lid of op grond van artikel 163, derde of zevende lid, van het Wetboek van Strafvordering, dan komen de vergoedingen ten laste van ’s Rijks kas.