TRA 2019/99
Bewijslastverdeling bij nakoming van in de cao opgenomen normloon.
HR 30-08-2019, ECLI:NL:HR:2019:1294, m.nt. Mr. dr. E. van Vliet
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 augustus 2019
- Zaaknummer
18/02755
- Noot
Mr. dr. E. van Vliet
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS90624:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1294, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑08‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:530, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
- Wetingang
Art. 150 Rv; art. 10 cao voor de Houtverwerkende Industrie
Essentie
Bewijslastverdeling bij nakoming van in de cao opgenomen normloon.
Uitspraak
Feiten, procesverloop en oordeel kantonrechter
De werknemer is eerst sinds 2009 als uitzendkracht en vervolgens op basis van vier opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (van 1 mei 2010 tot 26 augustus 2014, met een tussenpoos van bijna vier maanden na de tweede arbeidsovereenkomst) in dienst geweest van Lapack, een onderneming die logistieke houten verpakkingsoplossingen levert. De werknemer was werkzaam als productiemedewerker en op de arbeidsovereenkomsten was telkens de cao voor de Houtverwerkende Industrie van toepassing, die gedurende de periode dat werknemer werkzaam was bij Lapack algemeen verbindend is verklaard. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.