Einde inhoudsopgave
Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 15-11-2012, Stb. 574.
- Bronpublicatie:
02-08-2012, Stb. 2012, 361 (uitgifte: 08-08-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 329 (uitgifte: 18-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (12-07-2012, Stb. 328).
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
De periodieke uitkering aan de weduwe of weduwnaar van het burger-oorlogsslachtoffer wordt ten hoogste gedurende een tijdvak van twee jaren na de datum van het overlijden verleend, indien de weduwe of weduwnaar op dat tijdstip nog niet de leeftijd van 40 jaren heeft bereikt, tenzij deze arbeidsongeschikt is of een of meer minderjarige kinderen te haren of zijnen laste heeft.
2.
Een periodieke uitkering aan de weduwe of weduwnaar van het burger-oorlogsslachtoffer wordt niet toegekend, indien het huwelijk is gesloten, nadat het burger-oorlogsslachtoffer, aan wie voordien een periodieke uitkering in de zin van deze wet was toegekend, de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt, tenzij de echtgenoten of geregistreerde partners reeds gedurende een periode van ten minste tien jaren met elkaar zijn gehuwd geweest of hebben samengeleefd.