Hof 's-Gravenhage, 13-10-2010, nr. 200.063.929.01
ECLI:NL:GHSGR:2010:BP4601
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
13-10-2010
- Zaaknummer
200.063.929.01
- LJN
BP4601
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2010:BP4601, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 13‑10‑2010; (Hoger beroep)
Uitspraak 13‑10‑2010
Inhoudsindicatie
Kinderalimentatie tijdens schuldsanering bepaald vanaf 1 juli 2010.
Partij(en)
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Familiesector
Uitspraak : 13 oktober 2010
Zaaknummer : 200.063.929/01
Rekestnr. rechtbank : FA RK 09-3530
[appellant],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. A. Vijftigschild te Leidschendam,
tegen
[geintimeerde sub 1],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de moeder,
en
[geintimeerde sub 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de jongmeerderjarige,
verweersters in hoger beroep,
advocaat mr. E.G.S.N. Asselbergs te ’s-Gravenhage.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De vader is op 26 april 2010 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 26 januari 2010 van de rechtbank ’s-Gravenhage.
De moeder en de jongmeerderjarige hebben op 22 juni 2010 een verweerschrift ingediend.
Van de zijde van de vader zijn bij het hof op 22 juni 2010 aanvullende stukken ingekomen.
Van de zijde van de moeder en de jongmeerderjarige zijn bij het hof op 1 september 2010 aanvullende stukken ingekomen.
Op 9 september 2010 is de zaak mondeling behandeld. Verschenen zijn: de vader, bijgestaan door zijn advocaat, en de moeder, bijgestaan door haar advocaat. De jongmeerderjarige is hoewel daartoe opgeroepen niet verschenen, doch heeft haar moeder gemachtigd – welke machtiging ter terechtzitting bij de stukken is gevoegd – om haar in en buiten rechte te vertegenwoordigen. De aanwezigen hebben het woord gevoerd.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.
Bij die beschikking heeft de rechtbank – voor zover in hoger beroep van belang – de door de vader met ingang van 29 april 2009 te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van de jongmeerderjarige [jongmeerderjarige], geboren [in] 1989 te [geboorteplaats], (hierna ook: jongmeerderjarige), voor de duur van de schuldsaneringsregeling op
€ 137,- per maand bepaald, vanaf 26 januari 2010 telkens bij vooruitbetaling aan de jongmeerderjarige te voldoen. Voorts heeft de rechtbank de door de vader met ingang van 29 april 2009 te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [minderjarige], geboren [in] 1993 te [geboorteplaats] (hierna ook: de minderjarige) op € 137,- per maand bepaald, vanaf 26 januari 2010 telkens bij vooruitbetaling aan de moeder te voldoen. Tevens is daarbij bepaald dat de vader de moeder en de jong-meerderjarige onmiddellijk dient te informeren indien de rechter-commissaris in het kader van de schuldsaneringsregeling een vrij te laten bedrag heeft vastgesteld.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
- 1.
In geschil is de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding (hierna ook: kinderalimentatie) van de jongmeerderjarige en de minderjarige (hierna ook gezamenlijk te noemen: de kinderen).
- 2.
De vader verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen, en opnieuw beschikkende, het oorspronkelijke verzoek van de vader - voor de duur van de schuldsaneringsperiode - alsnog toe te wijzen, zo nodig met verbetering van gronden.
- 3.
De moeder en de jongmeerderjarige bestrijden het beroep en zij verzoeken de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, dan wel te bepalen dat het door de vader ingesteld hoger beroep ongegrond wordt verklaard en de bestreden beschikking wordt bekrachtigd.
- 4.
De vader stelt zich op het standpunt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat een kinderalimentatie van € 137,- per maand per kind redelijk is. De vader voert daartoe aan dat hij als gevolg van de toelating tot de WSNP geen draagkrachtruimte (meer) heeft om kinderalimentatie te betalen. Voorts stelt de vader zich op het standpunt dat de rechtbank ten onrechte heeft bepaald dat hij de moeder en de jongmeerderjarige dient te informeren indien de rechter-commissaris een vrij te laten bedrag heeft vastgesteld.
- 5.
De moeder en de jongmeerderjarige stellen zich op het standpunt dat de vader, ondanks de toelating tot de schuldsaneringsregeling in staat is om de kinderalimentatie te betalen. Zij voeren daartoe aan dat de kinderen, vanwege hun leeftijd, na de afronding van het schuldsaneringstraject geen profijt meer zullen hebben van het schuldenvrij zijn van de vader.
Voorts zijn de moeder en de jongmeerderjarige van mening dat de kinderalimentatie dient te prevaleren boven de afdracht, die in het kader van de WSNP aan de boedel dient te worden verricht.
- 6.
Het hof overweegt als volgt.
Kinderalimentatie
Periode 29 april 2009 tot 1 juli 2010
- 7.
Het hof overweegt ten aanzien van de periode 29 april 2009 tot 1 juli 2010 als volgt. Het hof is gebleken dat de vader bij beschikking van 29 juli 2008 in staat van faillissement is verklaard en dat bij beschikking van 1 oktober 2009 de schuldsaneringsregeling is uitgesproken. Het hof is van oordeel dat de vader als gevolg van de schuldsaneringsregeling over onvoldoende draagkracht beschikt om de bij beschikking van 26 mei 1997 vastgestelde kinderalimentatie te voldoen, nu het vrij te laten bedrag niet door de rechter-commissaris is verhoogd als gevolg waarvan kan worden aangenomen dat de saniet niet over enige draagkracht beschikt om de onderhoudsbijdrage te betalen. Het hof zal derhalve de alimentatie over de periode 29 april 2009 tot 1 juli 2010 op nihil stellen.
Periode vanaf 1 juli 2010
- 8.
Met ingang van 1 juli 2010 wordt in het geval een onderhoudsplichtige ouder is toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, ervan uitgegaan dat het VLTB (vrij te laten bedrag) van die ouder, is dan wel zal worden verhoogd met de vastgestelde kinderalimentatie, zij het per kind tot een maximum van het bedrag dat recht geeft op de persoonsgebonden aftrek als gevolg van de bijdrage in de onderhoudskosten van een kind (in 2010 € 136,- per maand). Van de vader kan verwacht worden dat hij vanaf 1 juli 2010 in staat is om aan kinderalimentatie € 136,- per maand per kind te voldoen. Het hof zal derhalve de alimentatie vanaf 1 juli 2010 op € 136,- per maand per kind stellen.
Informatieplicht
- 9.
Ten aanzien van de bepaalde informatieplicht van de vader is het hof van oordeel dat deze niet meer noodzakelijk is nu de kinderalimentatie met ingang van 1 juli 2010 is verdisconteerd in het vrij te laten bedrag en de rechter-commissaris in de schuldsaneringsregeling desgevraagd het vrij te laten bedrag met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2010 zal corrigeren.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
vernietigt de bestreden beschikking voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en, in zoverre opnieuw beschikkende:
bepaalt met ingang van 29 april 2009 tot 1 juli 2010 de door de vader te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van de jongmeerderjarige [jongmeerderjarige], geboren [in] 1989 te [geboorteplaats] en de minderjarige [minderjarige], geboren [in] 1993 te [geboorteplaats], op nihil;
bepaalt met ingang van 1 juli 2010 de door de vader betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van de jongmeerderjarige [jongmeerderjarige], geboren op 14 mei 1989 te [geboorteplaats], en de minderjarige [minderjarige], geboren [in] 1993 te [geboorteplaats], voor de duur van de schuldsaneringsregeling op € 136,- per maand per kind, vanaf heden telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
bepaalt dat, indien de vader na 29 april 2009 alimentatiebedragen aan de moeder en/of de jong-meerderjarige heeft betaald, deze bedragen door de moeder en/of de jong-meerderjarige niet aan de vader dienen te worden terugbetaald en evenmin verrekend dienen te worden met de hiervoor vastgestelde bedragen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. van Nievelt, van Dijk en van Veen, bijgestaan door mr. Pol als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 oktober 2010.