Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling sanering varkenshouderijen
Artikel 11 Aanvraag subsidieverlening
Geldend
Geldend vanaf 12-10-2019
- Bronpublicatie:
10-10-2019, Stcrt. 2019, 55830 (uitgifte: 11-10-2019, regelingnummer: WJZ/ 19237719)
- Inwerkingtreding
12-10-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2019, Stcrt. 2019, 55830 (uitgifte: 11-10-2019, regelingnummer: WJZ/ 19237719)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Dierenrecht / Veehouderij
1.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4 wordt ingediend bij de minister met gebruikmaking van een daartoe door de minister ter beschikking gesteld middel.
2.
De aanvraag bevat ten minste de volgende gegevens:
- a.
gegevens over de aanvrager, waaronder contactgegevens en het nummer waaronder zijn onderneming geregistreerd is bij de Kamer van Koophandel;
- b.
de varkenshouderijlocatie van de aanvrager waarop de aanvraag betrekking heeft;
- c.
gegevens over de emissieparameters van het verspreidingsmodel V-Stacks gebied;
- d.
het gemiddelde aantal varkens, uitgedrukt in varkenseenheden overeenkomstig de normen van bijlage II bij de Meststoffenwet, dat op de varkenshouderijlocatie is gehouden in de periode van 1 januari 2018 tot 1 januari 2019;
- e.
het gedeelte van het varkensrecht, uitgedrukt in varkenseenheden, dat zal vervallen;
- f.
een opgave of de aanvrager voor de varkenshouderijlocatie beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, Wet natuurbescherming;
- g.
een opgave van de voor het houden van varkens op de varkenshouderijlocatie gebruikte productiecapaciteit, met vermelding, voor zover het een dierenverblijf betreft, van:
- 1°
de datum waarop voor het eerst landbouwhuisdieren in het dierenverblijf zijn gehouden, en
- 2°
het aantal m2, uitgaand van de buitenmaten van het dierenverblijf.
3.
Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden gevoegd:
- a.
een kopie van, voor zover van toepassing, de melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer, de omgevingsvergunning beperkte milieutoets of de omgevingsvergunning milieu, betreffende de varkenshouderijlocatie waarop de aanvraag betrekking heeft;
- b.
een verklaring van de aanvrager dat:
- 1°
hij daadwerkelijk varkens voor productie heeft gehouden;
- 2°
de voor het houden van varkens op de varkenshouderijlocatie gebruikte productiecapaciteit onafgebroken gedurende de vijf jaren voorafgaand aan de beëindiging is gebruikt; en
- 3°
de omgevingsvergunning milieu of de omgevingsvergunning beperkte milieutoets, of de op de varkenshouderijlocatie gebruikte huisvestingssystemen voldoen aan de vereisten van het Besluit emissiearme huisvesting die gelden tot 1 januari 2020;
- c.
een actuele kaart van de varkenshouderijlocatie, met aanduiding van de voor het houden van varkens gebruikte productiecapaciteit.