NJB 2022/2389
Onbegrijpelijke vaststelling. Na de mondelinge behandeling in hoger beroep sluiten partijen een vaststellingsovereenkomst. Het hof beslist overeenkomstig de vaststellingsovereenkomst. Hoge Raad: De klacht is gericht tegen het oordeel van het hof dat tussen partijen algehele overeenstemming bestaat. Deze klacht slaagt. Uit de correspondentie blijkt onmiskenbaar dat de vrouw zich steeds op het standpunt heeft gesteld dat de man niet tijdig aan de verplichtingen heeft voldaan die in de vaststellingsovereenkomst worden genoemd en dat zij daarom het hof verzocht heeft een beschikking te geven.
HR 14-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1450
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/00252
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1450, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:555, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑2022
- Wetingang
(art. 79 RO)
Essentie
Onbegrijpelijke vaststelling. Na de mondelinge behandeling in hoger beroep sluiten partijen een vaststellingsovereenkomst. Het hof beslist overeenkomstig de vaststellingsovereenkomst. Hoge Raad: De klacht is gericht tegen het oordeel van het hof dat tussen partijen algehele overeenstemming bestaat. Deze klacht slaagt. Uit de correspondentie blijkt onmiskenbaar dat de vrouw zich steeds op het standpunt heeft gesteld dat de man niet tijdig aan de verplichtingen heeft voldaan die in de vaststellingsovereenkomst worden genoemd en dat zij daarom het hof verzocht heeft een beschikking te geven.
Partij(en)
De vrouw, adv. mr. C.G.A. van Stratum, vs. de man, niet verschenen.