Einde inhoudsopgave
Besluit belastingstelsel Caribisch Nederland; nadere invulling
3.5 Ontwikkelingshulp, internationale organisaties (o.a. EU-gelden)
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2011
- Bronpublicatie:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17540 (uitgifte: 27-09-2011, regelingnummer: DV2011/430M)
- Inwerkingtreding
01-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17540 (uitgifte: 27-09-2011, regelingnummer: DV2011/430M)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Op grond van artikel 7, negende lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 waren onder te stellen voorwaarden vrijgesteld leveringen van goederen en het verrichten van diensten voor projecten voor zover die in het kader van onderlinge hulp voor rekening van Nederland of Aruba komen alsmede in het kader van ontwikkelingshulp voor rekening van internationale organisaties komen. Op grond van artikel 8, elfde lid, van de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997 werd onder voorwaarden vrijstelling verleend voor dat gedeelte van de bedrijfsomzet waarvan de ondernemer kan aantonen dat hij dat heeft gerealiseerd door levering van goederen of het verrichten van diensten voor projecten voor zover die in het kader van onderlinge hulp voor rekening van Nederland of Aruba komen alsmede in het kader van ontwikkelingshulp voor rekening van internationale organisaties komen. Op grond van artikel 75, eerste lid, onderdeel l, van Landsverordening tarief van invoerrechten gold voor de invoer van goederen bestemd voor projecten in het kader van voor onderlinge hulp en ontwikkelingshulp een vrijstelling van invoerrechten. Die regeling werkte door voor de hiervoor voornoemde heffingen die ook werden geheven bij invoer.
Per 1 januari 2011 wordt op grond van artikel 3.72, eerste lid, onderdeel j, van de Douane- en accijnswet BES vrijstelling van invoerrechten verleend voor de invoer van goederen bestemd voor projecten die in het kader van onderlinge hulp voor rekening van Aruba, Curacao[lees: Curaçao], of Sint Maarten komen of bestemd zijn voor eigen zakelijk gebruik, alsmede voor goederen die in het kader van ontwikkelingshulp voor rekening van internationale organisaties komen. De vrijstelling wordt verleend onder bij uitvoeringsregeling te stellen voorwaarden, zie artikel 3.7 van de Uitvoeringsregeling Douane- en accijnswet BES. Omdat op grond van het bepaalde in artikel 6.20 van de Belastingwet BES, onder bij uitvoeringsregeling te stellen voorwaarden en beperkingen, onder meer vrijgesteld is de invoer van goederen waarvoor aanspraak op vrijstelling van invoerrechten bestaat, geldt bij die invoer ook een vrijstelling van ABB.
Bij de invoering van de Belastingwet BES is beoogd ook in fiscale zin recht te doen aan de wijziging van de staatkundige verhoudingen waarbij Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam volledig onderdeel zijn geworden van het Koninkrijk Nederland. Daarbij past nog steeds wel een vrijstelling voor de ABB voor wat betreft onderlinge hulp van de landen van de Antillen en ontwikkelingshulp door internationale organisaties. In dat verband keur ik, vooruitlopende op wetgeving, goed dat voor de ABB een vrijstelling wordt toegepast voor (binnenlandse) leveringen van goederen en het verrichten van diensten voor projecten voor zover die in het kader van onderlinge hulp voor rekening van Aruba, Curacao[lees: Curaçao], of Sint Maarten komen of bestemd voor eigen zakelijk gebruik, dan wel in het kader van ontwikkelingshulp voor rekening van internationale organisaties komen. Die vrijstelling kan derhalve toepassing vinden met betrekking tot de door de EU ter beschikking gestelde gelden.
De vorenbedoelde goedkeuring kan toepassing vinden vanaf 1 januari 2011. Indien ter zake ABB in rekening is gebracht en op aangifte is voldaan, kan voor zover nodig bij de inspecteur een schriftelijk verzoek om teruggaaf worden gedaan. Uitdrukkelijke voorwaarde voor teruggaaf is dat de in rekening gebrachte ABB aan de opdrachtgever wordt terugbetaald. Bij het verzoek om teruggaaf wordt een specificatie verstrekt inzake de prestaties waarvoor teruggaaf wordt gevraagd en worden bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat het teruggevraagde bedrag wordt of zal worden terugbetaald aan de opdrachtgever. Alvorens de teruggaaf te verlenen kan de inspecteur een onderzoek instellen. Indien de ondernemer niet de door de inspecteur gevraagde inlichtingen, gegevens, bescheiden e.d. verstrekt wordt geen teruggaaf verleend.