PJ 2017/18
Vrijstelling omzetbelasting voor beheer van een door een beleggingsfonds ter collectieve belegging bijeengebracht vermogensgemeenschappelijk beleggingsfonds is niet van toepassing op het Pensioenfonds in deze zaak.
HR 09-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2786
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2016
- Magistraten
Mrs. J.A.C.A. Overgaauw, E.N. Punt, P.M.F. van Loon, L.F. van Kalmthout, M.E. van Hilten
- Zaaknummer
15/00148
- Conclusie
A-G mr. C.M. Ettema
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Algemeen
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2786, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:91, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑02‑2016
- Wetingang
Art. 135 lid 1 aanhef en letter g BTW-richtlijn 2006; Art. 11 lid 1 aanhef en letter i, onder 3 Wet OB
Essentie
Vrijstelling omzetbelasting voor beheer van een door een beleggingsfonds ter collectieve belegging bijeengebracht vermogensgemeenschappelijk beleggingsfonds is niet van toepassing op het Pensioenfonds in deze zaak.
Samenvatting
Volgens de Hoge Raad kan het Pensioenfonds niet als een gemeenschappelijk beleggingsfonds in de zin van art. 135, lid 1, aanhef en letter g, van BTW-richtlijn 2006 worden aangemerkt. Dit betekent dat het vermogen van het Pensioenfonds niet een ‘door een beleggingsfonds of beleggingsmaatschappij ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen’ is als bedoeld in art. 11 lid 1 aanhef en letter i, onder 3 Wet OB 1968. Het oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.