HR, 27-01-2017, nr. 16/02015
ECLI:NL:HR:2017:99
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27-01-2017
- Zaaknummer
16/02015
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2017:99, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑2017; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHARL:2016:1687
- Vindplaatsen
NTFR 2017/256
Uitspraak 27‑01‑2017
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Partij(en)
27 januari 2017
Nr. 16/02015
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 maart 2016, nr. 14/00576, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 13/1934) betreffende de aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslag in het recht van successie.
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2017.