Einde inhoudsopgave
Examen- en kwalificatiebesluit WEB
Artikel 17g Vrijstellingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
17-12-2021, Stb. 2021, 643 (uitgifte: 23-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. 45, onderdeel E, van de Wet inburgering 2021 (02-12-2020, Stb. 2021, 38).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
De examencommissie kan op verzoek van de deelnemer vrijstelling verlenen voor een examenonderdeel dat wordt geëxamineerd met een instellingsexamen of een deel daarvan, alsmede voor de examenonderdelen leervaardigheden en vaardigheden voor opleidings- en beroepskeuze of een deel daarvan.
2.
De examencommissie beslist met ten minste inachtneming van de eindtermen die voor het taalschakeltraject zijn vastgesteld op grond van artikel 7.3.3, eerste lid, van de wet, en met ten minste inachtneming van de eisen voor de vaststelling van de uitslag, bedoeld in de artikelen 17m en 17n.
3.
Indien de examencommissie vrijstelling verleent, telt de eerder behaalde waardering mee voor de eindwaardering, bedoeld in artikel 17k.
4.
De examencommissie kan op verzoek van de deelnemer een vrijstelling verlenen van het basisvak ‘Nederlands als tweede taal ERK-niveau B1’ of een deel daarvan, indien de deelnemer beschikt over een van de volgende bewijsstukken, en daaruit blijkt dat ten minste een voldoende resultaat is behaald voor de examinering van de Nederlandse taal op het betreffende niveau:
- a.
een certificaat ter afronding van het examenonderdeel lezen, schrijven, luisteren of spreken van het staatsexamen Nederlands als tweede taal ERK-niveau B1, of een diploma van het staatsexamen Nederlands als tweede taal op ten minste niveau B1;
- b.
een cijferlijst als bedoeld in artikel 52 van het Eindexamenbesluit VO of een certificaat als bedoeld in artikel 53 van het Eindexamenbesluit VO of artikel 31 van het Staatsexamenbesluit VO;
- c.
een van de volgende certificaten van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal:
- i.
Certificaat Profiel Maatschappelijk Formeel op ERK-niveau B1;
- ii.
Certificaat Profiel Zakelijk Professioneel op ERK-niveau B2;
- iii.
Certificaat Profiel Educatief Startbekwaam op ERK-niveau B2;
- iv.
Certificaat Profiel Educatief Professioneel op ERK-niveau C1; of
- d.
een buitenlands diploma of certificaat behaald bij een door de overheid van het land waar de opleiding is gevolgd erkende instelling, waaruit blijkt dat de deelnemer een of meerdere van de schriftelijke en mondelinge vaardigheden in de Nederlandse taal op ten minste het niveau B1 beheerst.
5.
De examencommissie kan op verzoek van de deelnemer een vrijstelling verlenen van het basisvak of maatwerkvak ‘Nederlands als tweede taal ERK-niveau B2’ of een deel daarvan, indien de deelnemer beschikt over een van de volgende bewijsstukken, en daaruit blijkt dat een voldoende resultaat is behaald voor de examinering van de Nederlandse taal op het betreffende niveau:
- a.
een certificaat ter afronding van het examenonderdeel lezen, schrijven, luisteren of spreken van het staatsexamen Nederlands als tweede taal ERK-niveau B2, of een diploma van het staatsexamen Nederlands als tweede taal op niveau B2;
- b.
een cijferlijst als bedoeld in artikel 52 van het Eindexamenbesluit VO of een certificaat als bedoeld in artikel 53 van het Eindexamenbesluit VO of artikel 31 van het Staatsexamenbesluit VO;
- c.
een van de volgende certificaten van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal:
- i.
Certificaat Profiel Zakelijk Professioneel op ERK-niveau B2;
- ii.
Certificaat Profiel Educatief Startbekwaam op ERK-niveau B2;
- iii.
Certificaat Profiel Educatief Professioneel op ERK-niveau C1; of
- d.
een buitenlands diploma of certificaat behaald bij een door de overheid van het land waar de opleiding is gevolgd erkende instelling, waaruit blijkt dat de deelnemer een of meerdere van de schriftelijke en mondelinge vaardigheden in de Nederlandse taal op ten minste het niveau B2 beheerst.