V-N 2023/32.9
Liechtensteinse Stiftung kwalificeert als APV
HR 07-07-2023, ECLI:NL:HR:2023:948, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juli 2023
- Magistraten
Koopman, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
21/04641
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS706930:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑07‑2023
ECLI:NL:HR:2023:948, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑07‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1234, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑12‑2022
- Wetingang
art. 16 SW 1956; art. 2.14a Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof dat sprake is van discretionair vermogen in C. Als (mogelijke, toekomstige) begunstigden zijn namelijk met name genoemd afstammelingen van de grootouders van X. Bepaald is dat de begunstigden geen afdwingbare rechten hebben jegens het vermogen van C.
Samenvatting
Een man en een vrouw zijn in gemeenschap van goederen gehuwd en tekenen in 1994 diverse documenten, waardoor een Stiftung in Liechtenstein wordt opgericht die liquide middelen en effecten van het echtpaar verkrijgt. In de zogenoemde ‘By-Statutes’ is omschreven dat begunstigden van het vermogen zijn de afstammelingen, protestantse instanties en instituties ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.