RvdW 2020/450
Verbintenissenrecht. Algemene voorwaarden; vervalbeding; toepassingsbereik art. 6:236 onder g, resp. 6:237 onder h BW. Cassatieprocesrecht; vordering tot terugbetaling van waartoe partij op grondslag van in cassatie vernietigde uitspraak is veroordeeld.
HR 27-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:531
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 maart 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00319
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:531, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1258, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Algemene voorwaarden; vervalbeding; toepassingsbereik art. 6:236 onder g, resp. 6:237 onder h BW. Cassatieprocesrecht; vordering tot terugbetaling van waartoe partij op grondslag van in cassatie vernietigde uitspraak is veroordeeld.
Samenvatting
Art. 6:236, aanhef en onder g, BW ziet uitsluitend op bedingen die een wettelijke verjaringstermijn verkorten tot een verjaringstermijn van minder dan één jaar of die een wettelijke vervaltermijn verkorten tot een vervaltermijn van minder dan één jaar. Bedingen die een wettelijke verjaringstermijn verkorten tot een verjaringstermijn van één jaar of meer, of die een wettelijke vervaltermijn verkorten tot een vervaltermijn van één jaar of meer, vallen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.