Rb. Zutphen, 12-09-2007, nr. 55546 - HA ZA 03-796
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB6269
- Instantie
Rechtbank Zutphen
- Datum
12-09-2007
- Zaaknummer
55546 - HA ZA 03-796
- LJN
BB6269
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB6269, Uitspraak, Rechtbank Zutphen, 12‑09‑2007; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 12‑09‑2007
Inhoudsindicatie
Benoeming deskundige wordt beëindigd. Deskundige functioneert niet. Partijen worden verzocht zich uit te laten over het vervolg van de procedure.
Partij(en)
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 55546 / HA ZA 03-796
Vonnis van 12 september 2007
in de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te Winterswijk,
2. [eiser 2],
beiden wonende te Winterswijk,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
procureur mr. A.J. Zeyl,
advocaat mr. E.M. Peelen te Arnhem,
tegen
[gedaagde ],
wonende te Winterswijk,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procureur mr. W.J.J.M. Onland.
Partijen zullen hierna [eisers]. en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het tussenvonnis van 1 december 2004
- -
de akte van [gedaagde]
- -
de antwoordakte van [eisers].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
in conventie
2.1.
Verzuimd is in het tussenvonnis van 1 december 2004 op te nemen dat [eisers]. zijn vordering heeft verminderd tot een bedrag van € 8.136,14, te weten 70% van
€ 10.508,77 en € 780,00 aan buitengerechtelijke kosten.
2.2.
Ingevolge het tussenvonnis van 1 december 2004 heeft de deskundige [naam deskundige] een aanvang genomen met een aanvullend deskundigenbericht. De wijze waarop hij de opdracht van de rechtbank meende te moeten vervullen en de tijd die hij daarvoor heeft genomen kunnen tot geen andere conclusie leiden dan dat deze deskundige niet berekend is op zijn taak. Niet alleen heeft de rolrechter gedurende ruim twee jaar [naam deskundige] aangespoord zonder enig resultaat, maar tevens heeft [naam deskundige] toezeggingen gedaan die niet gestand werden gedaan. Daarenboven heeft de deskundige gemeend de door de rolrechter gegeven instructies in de wind te slaan. Tot slot heeft de deskundige wederom verzuimd hoor en wederhoor in acht te nemen en zich er nog steeds niet van verzekerd dat beide partijen beschikken over dezelfde gegevens. De werkzaamheden zijn door de rolrechter in mei 2007 opgeschort. Er is geen nader deskundigenbericht tot stand gekomen.
2.3.
Anders dan [eisers]., heeft de rechtbank er geen vertrouwen in dat er op korte termijn alsnog op juiste wijze door [naam deskundige] invulling zal worden gegeven aan zijn opdracht. De benoeming zal dan ook worden beëindigd.
2.4.
Nu dient zich de vraag aan welke weg bewandeld dient te worden. Op zich is het niet aan [eisers]. te wijten dat de deskundige zich niet van zijn taak heeft gekweten. Dat er nog immer geen bewijs is voor non-conformiteit van de woning dient dan ook niet aan [eisers]. te worden toegerekend. Anderzijds is de vraag gerechtvaardigd of het bepalen van een nieuw deskundigenbericht in het licht van het belang van de zaak en de kosten die de procedure al met zich heeft gebracht nog in verhouding staat. Beide partijen zullen immers met nog meer kosten worden belast die geen volledige vergoeding zullen vinden in een proceskostenvoordeling.
2.5.
Een tussenweg is dat thans op basis van de op dit moment bekende gegevens beoordeeld wordt welke posten met herstel gemoeid (zouden) zijn. Daartoe zal voorshands worden overgegaan.
2.6.
In herinnering wordt geroepen dat in rechtsoverweging 2.5 van het tussenvonnis van 1 december 2004 als uitgangspunt is genomen de oude installatie en de kosten die ermee gemoeid zouden zijn deze installatie naar de destijds daarvoor geldende normen – de normen van 1972 en 1987/88 – aan te passen opdat een veilige installatie zou worden verkregen. Het gaat dan om de kosten voor het aanbrengen van pvc-buizen en bevestigingen waar nodig, en het waterdicht maken van de installatie in de kruipruimte. Zonder nader deskundigenbericht kan niet worden uitgemaakt of het ontbreken hiervan de installatie geheel of grotendeels ondeugdelijk maken. In zoverre kan geen voorlopig oordeel gegeven worden over de non-conformiteit waarop [eisers]. een beroep doet. Er is voorshands ook onvoldoende aanleiding om ervan uitgegaan dat door de gebreken volledige vernieuwing van de installatie nodig was.
2.7.
Daarnaast is overwogen dat het door de deskundige aangegeven percentage (70% van € 10.508,77), gelet op de geconstateerde gebreken, te hoog voorkomt.
2.8.
Thans wordt veronderstellerwijs ervan uitgegaan dat de genoemde gebreken non-conformiteit van de woning opleveren en dat dus pvc-buizen en bevestigingen waar nodig aangebracht moesten worden en de installatie in de kruipruimte waterdicht gemaakt moest worden. Voorshands wordt aangenomen dat na te noemen posten met herstel gemoeid zouden zijn. Bij productie 7 bij dagvaarding heeft [eisers]. rekeningen overgelegd die hij aan zijn - gewijzigde - vordering ten grondslag heeft gelegd. De rekening van 27 mei 2002 (bijlage 1a) betreft werkzaamheden aan het plafond van de begane grond die niet gerelateerd kunnen worden aan de gebreken. Niet valt in te zien dat het aanbrengen van pvc-buizen of het waterdicht maken van de kruipruimte noodzakelijkerwijs meebrengt dat plafonds dienen te worden gewijzigd. Begrepen is dat de plafonds gewijzigd dienden te worden om de nieuwe installatie aan te leggen. Daarnaast zou het verlaagde plafond so wie so worden verwijderd waardoor (enige) plafondwerkzaamheden nodig waren. Het hak- en breekwerk tot een bedrag van € 331,13 exclusief BTW kan deels op het herstel zien. De rekening van 18 maart 2002 (bijlage 3) ziet louter op schilderwerk aan plafonds, kozijnen en radiatoren en valt evenmin in verband te brengen met werkzaamheden aan de buizen en kruipruimte. Tot slot is er een factuur van Klein Poelhuis-Voltman van 1 mei 2002 tot een bedrag van € 2.948,82 inclusief BTW terwijl op 15 maart 2002 al een bedrag van € 3.500,00 was gefactureerd. De offerte van Klein Poelhuis-Voltman van 21 februari 2002 - kennelijk opgesteld naar aanleiding van het rapport van dezelfde datum - omvat onder meer een volledige vervanging van de elektrische installatie op de begane grond en aanpassingen op de eerste verdieping tot een totaalbedrag van € 3.820,00 exclusief BTW. De overige offerteposten hebben geen relatie met de elektrische installatie. De volledige vervanging van de elektrische installatie is grotendeels geen herstelpost. Het meerwerk bedroeg € 750,00 exclusief BTW (bijlage 2b). De eerste drie posten daarvan kunnen in elk geval niet gerekend worden onder de herstelposten. Dat is mogelijk (deels) anders voor de posten "Diverse extra wand contactdozen opgegeven aan monteur" en de "keuringskosten elektra". Wat de wandcontactdozen betreft, moet voordeel verrekend worden omdat [eisers]. nieuwe materialen krijgt ter vervanging van de oude en in zoverre meer heeft gekregen dan zijn schade is. Omdat [eisers]. ervoor gekozen heeft niet de bestaande installatie te beveiligen maar een nieuwe aan te leggen die voldoet aan de huidige normen, zijn er door Klein Poelhuis-Voltman in elk geval geen pvc-buizen meer om de draden gelegd. De met deze herstelpost gemoeide kosten zullen dan ook moeten worden geschat.
2.9.
Partijen kunnen na onderling overleg bij akte aangeven of zij instemmen met deze benadering of alsnog opteren voor een nieuw deskundigenonderzoek. Als zij instemmen met deze benadering, zal eindvonnis worden gewezen waarbij de herstelkosten worden begroot. Een eventueel nieuw deskundigenbericht zal dienen om alsnog antwoord te krijgen op de door de rechtbank bij vonnis van 1 december 2004 gestelde nadere vragen. Ook kunnen partijen een gezamenlijk verzoek doen een comparitie (ter plaatse) te gelasten of de zaak doorhalen na een bereikte schikking. Indien partijen niet tot een gelijkluidend voorstel voor de voortgang van de procedure komen, zal de rechtbank overgaan tot de benoeming van een deskundige. Partijen dienen zich derhalve in elk geval uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige. Zij dienen daarbij aan te geven over welke deskundige zij het eens zijn, dan wel tegen wie zij gemotiveerd bezwaar hebben. Het spreekt vanzelf dat [naam deskundige]/Kema Quality B.V. en Klein Poelhuis-Voltman niet in aanmerking komen.
2.10.
Het voorschot zal door [eisers]. moeten worden betaald.
2.11.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
in reconventie
2.12.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
in conventie
3.1.
beëindigt de benoeming van deskundige [naam deskundige],
3.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 26 september 2007 voor uitlating door beide partijen omtrent het onder 2.9 overwogene,
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.C.M. Willemse en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2007.?