NJ 1938/1034
Schuldenaar, die zich huiten het Rijk in Europa heeft begeven. Toestand toen hij Nederland verliet. Beroep op het Verdrag van Brussel van 28 Maart 1925 (Wet 18 Mei 1929 S. 250). Koopman. Tusschenbeschikking over de bevoegdheid. Termen van beroep. Uitspraak In het openbaar?
HR 07-03-1938, ECLI:NL:HR:1938:218
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 maart 1938
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, de Menthon Bake, Servatius, van der Meulen
- Zaaknummer
[07031938/NJ_1938_1034]
- Conclusie
Mr. Berger
- JCDI
JCDI:ADS105966:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:218, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑03‑1938
- Wetingang
Essentie
Schuldenaar, die zich huiten het Rijk in Europa heeft begeven. Toestand toen hij Nederland verliet. Beroep op het Verdrag van Brussel van 28 Maart 1925 (Wet 18 Mei 1929 S. 250). Koopman. Tusschenbeschikking over de bevoegdheid. Termen van beroep. Uitspraak In het openbaar?
Samenvatting
Door de exceptie van onbevoegdheid te verwerpen zonder aan te geven, waarom requirants grief, dat hij, toen hij Nederland verliet om zich metterwoon in België te vestigen, geen schulden, althans geen opeischbare schulden had en zeker geen schuld aan den Voogdijraad (aanvrager van het faillissement), ongegrond was, heeft het Hof zijne beslissing niet met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.