Einde inhoudsopgave
Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 339 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32186)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De kapitein, de reder of de eigenaar, die opzettelijk niet voldoet aan een hem bij artikel 6, vijfde lid, 9, vierde lid, of 16, vierde lid, opgelegde verplichting, en hij, die opzettelijk belet, belemmert of verijdelt, dat aan zodanige, een ander opgelegde verplichting wordt voldaan, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van € 45.000,–, of, indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een geldboete van ten hoogste USD 56.000,–, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in Aruba, Curaçao of Sint Maarten een geldboete van ten hoogste AWG 100.000,– onderscheidenlijk ANG 100.000,–.
2.
Hij aan wiens schuld te wijten is, dat aan een verplichting als in het vorige lid bedoeld niet wordt voldaan, of dat de nakoming daarvan wordt belet, belemmerd of verijdeld, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste € 22.500,–, of, indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een geldboete van ten hoogste USD 28.000,–, dan wel indien de geldboete wordt opgelegd door de strafrechter in Aruba, Curaçao of Sint Maarten, een geldboete van ten hoogste AWG 50.000,– onderscheidenlijk ANG 50.000,–.