NJ 2021/292
Aansprakelijkheidsrecht. Schending bijzondere zorgplicht door financiële dienstverlener (bank) in driehoeksverhouding particuliere belegger, vermogensbeheerder en uitvoerende bank.
Hof Amsterdam 16-07-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:2553, m.nt. V.P.G. de Serière
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
16 juli 2019
- Magistraten
Mrs. J.W.M. Tromp, G.C.C. Lewin, R.J.Q. Klomp
- Zaaknummer
200.229.446/01
- Noot
V.P.G. de Serière
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS290870:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2019:2553, Uitspraak, Hof Amsterdam, 16‑07‑2019
- Wetingang
Art. 6:89, 6:101 BW; art. 1:1onder d, art. 4:25c Wft
Essentie
Aansprakelijkheidsrecht. Schending bijzondere zorgplicht door financiële dienstverlener (bank) in driehoeksverhouding particuliere belegger, vermogensbeheerder en uitvoerende bank.
Samenvatting
IGB heeft haar bijzondere zorgplicht geschonden door met de gevolgde werkwijze omtrent de orders van Attica actief mee te werken aan een gang van zaken, waarbij zij: a) het wettelijk aanbiedingsverbod overtrad; b) door haar medewerking bewerkstelligde dat beleggers in Nederland, onder wie appellante, in risicovolle hedge funds belegden, en niet is nagegaan of deze beleggers niet-professionele beleggers waren, hoewel zij ernstig rekening moest houden met de mogelijkheid dat zij dat waren; c) geen open kaart speelde bij de fondsen; en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.