RvdW 2019/477
Opiumdelicten. Opzet op voorhanden en aanwezig hebben van in de schuur verstopte hennep en hasjiesj is niet toereikend gemotiveerd.
HR 02-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:484
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 april 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/02796
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:484, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:134, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2019
Essentie
Opiumdelicten. Opzet op voorhanden en aanwezig hebben van in de schuur verstopte hennep en hasjiesj is niet toereikend gemotiveerd.
Partij(en)
2 april 2019
Strafkamer
nr. S 17/02796
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 6 april 2017, nummer 20/000349-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft de verdachte bij arrest van 6 april 2017 wegens 1 ‘om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.