Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Omgevingswet
Artikel 4.65 (projectplan Rijk met projectprocedure § 5.2 Waterwet)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een projectplan van het Rijk als bedoeld in artikel 5.4 van de Waterwet, waarop de procedure van paragraaf 5.2 van die wet van toepassing is, en dat onherroepelijk is, geldt voor zover de in het projectplan omschreven activiteit onder de Omgevingswet vergunningplichtig is, als een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder f, onder 2°, van de Omgevingswet voor die activiteit. In dat geval blijven de artikelen 5.8 tot en met 5.14 van de Waterwet gelden tot de activiteit, genoemd in de omgevingsvergunning, ten uitvoer is gelegd.
2.
Als een projectplan niet onherroepelijk is, blijft het oude recht daarop van toepassing als het ontwerp daarvan voor de inwerkingtreding van afdeling 5.2 van de Omgevingswet ter inzage is gelegd.
3.
Een vastgesteld projectplan wordt, voor zover na de inwerkingtreding van de Omgevingswet onteigening plaatsvindt ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de in het projectplan omschreven activiteit, voor de toepassing van artikel 11.6 van de Omgevingswet als een onteigeningsbelang aangemerkt.
4.
Als de voorbereiding van een projectplan voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet is aangevangen, geen ontwerp van het projectplan ter inzage is gelegd en is voldaan aan de bij of krachtens de artikelen 5.47 en 5.48 van de Omgevingswet gestelde vereisten, kan een ontwerp van een projectbesluit als bedoeld in artikel 5.44, eerste lid, van de Omgevingswet ter inzage worden gelegd.
5.
Als de voorbereiding van een projectplan voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet in een vergevorderd stadium is, geen ontwerp van het projectplan ter inzage is gelegd en is voldaan aan artikel 5.48, eerste lid, van de Omgevingswet, kan binnen een periode van een jaar en zes maanden na dat tijdstip een projectbesluit als bedoeld in artikel 5.44, eerste lid, van de Omgevingswet worden vastgesteld.