NJ 2009, 518
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf; geneeskundige verklaring van niet bij behandeling betrokken psychiater; laatste behandelcontact korter dan één jaar vóór onderzoek.
HR 16-10-2009, ECLI:NL:HR:2009:BK0342
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 oktober 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/03149
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BK0342
- JCDI
JCDI:ADS127031:1
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BK0342, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BK0342, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2009
- Wetingang
BOPZ art. 5
Essentie
Wet Bopz. Machtiging voortgezet verblijf; geneeskundige verklaring van niet bij behandeling betrokken psychiater; laatste behandelcontact korter dan één jaar vóór onderzoek.
Art. 5 lid 1 Wet Bopz strekt ertoe de waarborgen rond de (voortzetting van) gedwongen opname te versterken door het eisen van een onafhankelijk oordeel ter advisering van de rechter. Bij de beantwoording van de vraag of een psychiater die in het verleden bij de behandeling betrokken is geweest, als onafhankelijk kan worden aangemerkt, is niet alleen van belang het tijdsverloop sinds het beëindigen van de behandelrelatie, maar ook de duur en de intensiteit van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.