BNB 2019/37
Bedrijfsopvolgingsregeling in verband met onroerendezaaklichaam. Betekenis van doorkijkarresten
HR 30-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2110, m.nt. J.C. van Straaten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 2018
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools1.
- Zaaknummer
17/04543
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
J.C. van Straaten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS13869:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2110, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:615, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 30‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑10‑2017
- Wetingang
Art. 4 lid 1 onderdeel a en art. 15 lid 1 onderdeel b Wet BRV
Essentie
Bedrijfsopvolgingsregeling in verband met onroerendezaaklichaam. Betekenis van doorkijkarresten
Samenvatting
Belanghebbende heeft in 2015 een bedrag aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan in verband met de verkrijging van alle aandelen in Holding. De aandelen zijn aan belanghebbende geschonken door zijn moeder. Holding en haar dochtermaatschappij Vastgoed drijven een materiële onderneming waartoe onroerende zaken behoren die dienstbaar zijn aan die onderneming. De aandelen Holding waren ten tijde van de verkrijging fictieve onroerende zaken als bedoeld in de Wet BRV. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende recht had op toepassing van de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor bedrijfsopvolging.
HR: Indien belanghebbende de onroerende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.