Zondagswet
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 27-04-1988
- Bronpublicatie:
20-04-1988, Stb. 1988, 157 (uitgifte: 26-04-1988, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19427 Overheid.nl: 19427)
- Inwerkingtreding
27-04-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-1988, Stb. 1988, 157 (uitgifte: 26-04-1988, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19427Overheid.nl: 19427)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Grondrechten
1.
Het is verboden op Zondag zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, dat op een afstand van meer dan 200 meter van het punt van verwekking hoorbaar is.
2.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op uitingen tijdens geoorloofde samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, vergaderingen of betogingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. Voor zover dat vereist is ter voorkoming van gerucht dat de viering van de Zondag en de openbare rust op de Zondag ernstig verstoort, voegt de burgemeester aan de voorschriften en beperkingen bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties voorschriften en beperkingen toe met betrekking tot het geluidsniveau en met betrekking tot het gebruik van geluidsapparaten, of worden door hem aanwijzingen ter zake gegeven.
3.
Voor andere gevallen dan die bedoeld in het tweede lid kan de burgemeester voor de tijd na 13 uur ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid; de gemeenteraad kan ter zake regels stellen.