NJ 1914, p. 390
HR, 29-12-1913
HR 29-12-1913, ECLI:NL:HR:1913:114
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 december 1913
- Magistraten
Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman. Raden: Mrs. J. A. A. Bosch; A. Fentener van Vlissingen; C. O. Segers;H. M. A. Savelberg.
- Zaaknummer
[291913/NJ_1914,_p._390]
- Conclusie
Mr. Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS118771:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1913:114, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑12‑1913
- Wetingang
(Sv (oud) art. 398, 401.)
Samenvatting
De verbalisant, Hoofd-Inspecteur van Politie tevens onbezoldigd Rijksveldwachter, was in die beide hoedanigheden en op de beide door hem afgelegde ambts-eeden bevoegd bewijskrachtig bij het proces-verbaal te constateeren de bewezen verklaarde feitelijkheden en gebeurtenissen (mishandeling en [beleediging) hem gedurende het constateeren van overtredingen der Motor en Rijwielwet persoonlijk overkomen.
De verklaring van den verbalisant, „dat die vrouw hem, verbalisant, later bleek te zijn genaamd J. J. R. geboren te de Bildt 31 Juli 1882", opgevat in den zin door de H. R. daaraan gegeven, bevat niets wat niet op eigen waarneming kan steunen.
Voorgaande uitspraak
[p. 390 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.