V-N 2022/7.1.2
Bij vooraf verschuldigde BPM past minder strenge stelplicht en bewijslast. Lopende procedure HR
Hof Arnhem-Leeuwarden 12-10-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:9528
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
12 oktober 2021
- Zaaknummer
19/00439
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2021:9528, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 12‑10‑2021
- Wetingang
art. 10 Wet BPM 1992
Essentie
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur in de bezwaarfase onvoldoende heeft onderzocht of achteraf gezien niet te veel BPM is voldaan. Hoewel de uitspraak op bezwaar wordt vernietigd, blijven de rechtsgevolgen ervan door interne compensatie wel in stand.
Samenvatting
X bv doet BPM-aangifte voor een VW Touran. In het taxatierapport is de handelsinkoopwaarde berekend op basis van de gemiddelde vraagprijs van de drie referentieauto’s. Hierop is 100% van de gecalculeerde reparatiekosten (€ 20.729) in mindering gebracht. De BPM is voldaan op 2 februari 2017 en de tenaamstelling heeft plaatsgevonden op 15 mei 2017. Na bezwaar volgt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.