Rb. Dordrecht, 23-06-2004, nr. 51080 / HA ZA 03-2667
ECLI:NL:RBDOR:2004:AP3695
- Instantie
Rechtbank Dordrecht
- Datum
23-06-2004
- Zaaknummer
51080 / HA ZA 03-2667
- LJN
AP3695
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBDOR:2004:AP3695, Uitspraak, Rechtbank Dordrecht, 23‑06‑2004; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSGR:2012:BV1072, Niet ontvankelijk
Uitspraak 23‑06‑2004
Inhoudsindicatie
Exhibitieplicht op grond van artikel 843a Rv.; bewijs van de gestelde rechtsbetrekking (onrechtmatige daad).
Partij(en)
rolnummer : 51080 / HA ZA 03-2667
datum : 23 juni 2004
RECHTBANK DORDRECHT
Sector Civiel Recht
Vonnis van de enkelvoudige kamer
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Hoogendonk B.V.,
gevestigd te Giessen, gemeente Woudrichem,
eiseres,
procureur: mr. J.C.J. van den Assem,
advocaat: mr. M.A. de Rade te Werkendam,
tegen
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
Dutch Spiral B.V. en
Van Dijk Inpijn Beheer B.V.,
beide gevestigd te Arkel,
gedaagden,
procureur: mr. J.A. Visser
advocaat: mr. C.J.E.A. van Gorp te Breda.
Partijen worden hieronder aangeduid als Hoogendonk en Dutch Spiral (gedaagden gezamenlijk).
Het procesverloop
- 1.
De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
- -
beslagstukken;
- -
de dagvaarding van 6 augustus 2003;
- -
het herstelexploit van 16 september 2003;
- -
de conclusie van antwoord van 3 december 2003;
- -
het tussenvonnis van 21 januari 2004;
- -
het proces-verbaal van de comparitie van partijen op 15 april 2004.
- 2.
Bij voormeld tussenvonnis werden de zaken van de mede gedaagde [werknemer 1], [werknemer 2] en [werknemer 3] verwezen naar de sector kanton van deze rechtbank.
De vaststaande feiten
- 3.
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de producties, voor zover niet betwist, staat het volgende tussen partijen vast.
- 3.1.
Hoogendonk is fabrikant van (onder meer) zogenaamde asloze schroeftransporteurs (voor zover door Hoogendonk geproduceerd verder te noemen de Hoogendonk spiralen).
- 3.2.
[werknemer 1], [werknemer 2] en [werknemer 3] zijn in dienst geweest bij Hoogendonk tot respectievelijk 31 oktober 2000, 30 september 2000, 28 februari 2001. [werknemer 1,2 en 3] (verder: de voormalige werknemers) zijn thans directeur van Dutch Spiral. Dutch Spiral biedt op de markt schroeftransporteurs aan met maten, gelijk aan die van de Hoogendonk spiralen.
- 3.3.
Hoogendonk heeft op 23 juli 2003 met verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank onder meer ten laste van gedaagden conservatoir beslag tot afgifte gelegd op de in het exploit van beslaglegging genoemde gegevensdragers (documenten, cd-roms, prints e.d., verder: de inbeslaggenomen gegevensdragers). Deze gegevens zijn in kopie in bewaring gegeven aan notaris Meerburg te Werkendam.
- 3.4.
In de aan de onderhavige procedure verwante procedure, bij deze rechtbank bekend onder rolnummer 50664 / HA ZA 03-2593, vordert Hoogendonk, zakelijk weergegeven, onder andere veroordeling van gedaagden om aan haar af te geven alle 'werken, tekeningen, modellen, schetsen, ontwerpen' met betrekking tot de Hoogendonk spiraal en vergoeding van geleden schade.
De vordering
- 4.
Hoogendonk vordert dat gedaagden bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, worden veroordeeld tot afgifte van de inbeslaggenomen gegevensdragers, zulks eventueel onder door de rechtbank te bepalen voorwaarden, met veroordeling van gedaagden in de proceskosten, waaronder de kosten van het conservatoire beslag en de gerechtelijke bewaring.
- 5.
Hoogendonk baseert deze vordering, na wijziging van de grondslag van de eis, op de navolgende kort samengevatte stellingen. De voormalige werknemers hebben bij hun vertrek bij Hoogendonk tekeningen, documenten, tabellijsten en/of bestanden (verder: gegevensdragers) meegenomen aan de hand waarvan Dutch Spiral in staat is de Hoogendonk spiraal op de markt te brengen. Dutch Spiral en Van Dijk Inpijn Beheer (naar de rechtbank ambtshalve bekend is uit het door Hoogendonk in de verwante procedure gestelde is Van Dijk Inpijn Beheer bestuurder van Dutch Spiral) maken aldus inbreuk op aan Hoogendonk toekomende auteursrechten hetgeen onrechtmatig is en handelen ook overigens onrechtmatig door van de door de voormalige werknemers meegenomen gegevensdragers gebruik te maken. Om de gestelde gang van zaken te bewijzen dient Hoogendonk te beschikken over de inbeslaggenomen gegevensdragers. Artikel 843a Rv. geeft Hoogendonk de bevoegdheid afgifte van de inbeslaggenomen gevensdragers te vorderen.
Het verweer
- 6.
Het verweer van gedaagden richt zich zowel tegen de vordering als tegen het gelegde conservatoire beslag. Het verweer kan worden samengevat als volgt.
- 7.
Gedaagden bestrijden dat het door Hoogendonk gelegde conservatoire 'bewijsbeslag' rechtens mogelijk is, althans is naar zij menen aan de bepalingen die een dergelijk beslag toestaan in het onderhavige geval een te wijde strekking gegeven. Het gaat er volgens gedaagden Hoogendonk slechts om geheime bedrijfsinformatie van gedaagden te verkrijgen. Het beslag is daarom onrechtmatig. Het beslag is voorts onrechtmatig omdat bij de beslaglegging een werknemer van Hoogendonk de gehele administratie van gedaagden heeft doorzocht. Hoogendonk heeft bovendien onvoldoende aannemelijk gemaakt dat vrees voor verduistering bestaat.
- 8.
Gedaagden betwisten dat zij gebruik maken van door de voormalige werknemers meegenomen gegevensdragers. Zij beschikken naar zij stellen slechts over vrij toegankelijke gegevens en eigen tekeningen en berekeningen. Op basis daarvan zijn zij in staat aan afnemers de Hoogendonk spiralen te leveren. Met betrekking tot die spiralen kan Hoogendonk overigens geen aanspraak maken op auteursrechten omdat zij haar ontwerp ontleent aan de Zweedse bedrijven PLM AB en Spirac Engineering AB.
- 9.
De vordering dient te worden afgewezen omdat niet is voldaan aan het in het vierde lid van artikel 843a Rv. neergelegde beginsel van subsidiariteit. Hoogendonk kan haar stellingen hard maken door getuigen te laten horen.
- 10.
De bescheiden waarvan afgifte wordt gevorderd zijn te onbepaald. De onderhavige vordering is in wezen een 'fishing expedition'.
- 11.
Het door artikel 843a Rv. geëiste rechtmatig belang ontbreekt, althans dient bij een afweging van belangen het belang van gedaagden bij bescherming van hun bedrijfsgegevens te prevaleren boven het belang van Hoogendonk bij afgifte van de gegevensdragers.
beoordeling van het geschil
- 12.
De bezwaren van Dutch Spiral tegen toewijzing van de vordering en tegen het gelegde conservatoire beslag lopen deels in elkaar over. Bij de beoordeling van het geschil moet het een echter van het ander onderscheiden worden. De rechtbank houdt de navolgende uitgangspunten aan.
- 12.1.
Artikel 843a Rv. geeft onder omstandigheden recht afgifte te vorderen van 'bepaalde bescheiden'. Indien dit recht bestaat kan op grond van het bepaalde in artikel 730 Rv. conservatoir beslag tot afgifte van de bescheiden worden gelegd. Daarvoor is voldoende dat in het verzoek tot verlof tot beslaglegging aannemelijk wordt gemaakt dat een recht tot afgifte bestaat. Degene ten laste van wie het beslag wordt gelegd kan in kort geding of in een bodemprocedure opheffing van het beslag vorderen (artikel 705 Rv.).
- 12.2.
De werking van artikel 843a is in 2001 verruimd. De voorheen in het artikel genoemde beperking tot onderhandse akten werd vervangen door de bepaling dat afgifte gevorderd kan worden van 'bescheiden', waaronder blijkens de wetgeschiedenis moet worden verstaan op een gegevensdrager aangebrachte gegevens (kamerstukken Tweede Kamer 1999-2000, nr. 3, pagina 188). De memorie van toelichting wijst voorts op de eisen van een 'rechtmatig belang' en 'bepaalde' bescheiden die 'fishing expeditions' moeten voorkomen en op het nieuw ingevoegde vierde lid, dat een afweging van de belangen van partijen mogelijk maakt. Bij de behandeling van het wetsontwerp werd naar aanleiding van het arrest H.R. 18 februari 2000 (LJN AA4877) door de minister nog opgemerkt dat de door het artikel geëiste rechtsbetrekking ook een verbintenis uit onrechtmatige daad kan zijn (dezelfde kamerstukken nr. 5, p. 79).
- 13.
De bezwaren van Dutch Spiral tegen het gelegde beslag zijn reeds daarom in deze procedure niet relevant omdat geen opheffing van het beslag wordt gevorderd maar slechts aan de orde is de vordering tot afgifte van de inbeslaggenomen gegevensdragers op grond van het bepaalde in artikel 843a Rv. Overigens is de eis van vrees voor verduistering bij een beslag als het onderhavige niet van toepassing (artikel 734 lid 4).
- 14.
Aan de vordering tot afgifte van de gegevensdragers heeft Hoogendonk een onrechtmatige daad ten grondslag gelegd. Gelet op de weergegeven wetgeschiedenis neemt de rechtbank aan dat de gestelde onrechtmatige daad een rechtsbetrekking is als in artikel 843a Rv. bedoeld.
- 15.
Dutch Spiral bestrijdt de gestelde onrechtmatige daad. De vraag dient te worden gesteld of de vordering slechts dán kan worden toegewezen, indien in deze procedure komt vast te staan dat Dutch Spiral onrechtmatig heeft gehandeld. De rechtbank meent dat die eis niet kan worden gesteld omdat voor het bewijs van het onrechtmatig handelen de opgevorderde bescheiden nu juist van doorslaggevend belang zijn. De rechtsbetrekking zal wel voldoende aannemelijk moeten worden gemaakt. De overige eisen van artikel 843a Rv. bieden blijkens de wetgeschiedenis de gewenste waarborgen tegen ongefundeerde 'fishing expeditions'. Blijkt na afgifte van de opgevorderde bescheiden de gestelde rechtsbetrekking niet te bestaan, dan moet het beslag achteraf alsnog onrechtmatig worden geoordeeld en is de beslaglegger op die grond in beginsel schadeplichtig.
- 16.
In dit kader heeft Hoogendonk allereerst gesteld dat zij is benaderd door een zakenrelatie, Morris, die haar heeft meegedeeld op zijn beurt te zijn benaderd door een van de voormalige werknemers met de mededeling dat Dutch Spiral Hoogendonk spiralen zou kunnen leveren en dat Dutch Spiral de beschikking had over alle tekeningen van door Hoogendonk geleverde installaties. Deze door Dutch Spiral bestreden verklaring van Morris is niet op schrift gesteld en is reeds daarom onvoldoende om het gestelde onrechtmatig handelen aannemelijk te maken. Hoogendonk heeft voorts gewezen op de lijsten van door de deurwaarder in beslaggenomen gegevensdragers om haar gelijk aan te tonen zonder daarbij aan te geven op welke van de vele inbeslaggenomen gegevensdragers zij het oog heeft. Deze stelling is derhalve onvoldoende geconcretiseerd en wordt op die grond verworpen.
- 17.
Niettemin is er reden het gestelde onrechtmatige handelen vooralsnog voldoende aannemelijk te achten omdat de voormalige werknemers, naar tussen partijen vast staat, in hun functie bij Hoogendonk de beschikking hadden over gegevensdragers met betrekking tot de Hoogendonk spiralen / installaties en Dutch Spiral inmiddels heeft erkend gegevensdragers van Hoogendonk in haar bezit te hebben. Voor dat laatste heeft Dutch Spiral weliswaar een verklaring gegeven - de gegevensdragers zouden haar door afnemers ter beschikking zijn gesteld - maar die neemt niet weg dat Hoogendonk gegronde argwaan heeft. Indien zou blijken dat Dutch Spiral gebruik maakt van gegevensdragers die de voormalige werknemers zonder toestemming van Hoogendonk hebben meegenomen, is dat in beginsel onrechtmatigheid te achten. Voorts is niet uit te sluiten dat, ook al is de Hoogendonk spiraal niet uniek, Hoogendonk niettemin auteursrecht heeft op door haar vervaardigde tekeningen.
- 18.
Zoals de feiten thans liggen moet ervan worden uitgegaan dat Hoogendonk niet in staat zal zijn het gestelde onrechtmatig handelen te bewijzen indien zij niet in staat is de gegevensdragers, waarvan afgifte wordt gevorderd, in de verwante procedure te overleggen.
- 19.
Hoogendonk vordert afgifte van de inbeslaggenomen gegevensdragers. In het beslagrekest is verlof gevraagd voor beslag op bescheiden 'als omschreven in punt 30 van dit request'. Dat verlof is verleend zodat de rechtbank aanneemt dat die bedoelde bescheiden, voor zover deze zijn aangetroffen, in beslag zijn genomen.
- 20.
Het beslagrekest noemt onder 30:
• computerdata;
• tekeningen van door Hoogendonk uitgevoerde projecten;
• tekeningen en modellen van Hoogendonk spiralen;
• berekeningen met betrekking tot Hoogendonk spiralen;
• correspondentie, met name die tussen Dutch Spiral en eerdere opdrachtgevers van Hoogendonk;
• correspondentie tussen Dutch Spiral en leveranciers.
- 21.
Deze opsomming is aanzienlijk te ruim. Het onder 10 vermelde verweer is in zoverre gegrond. De veroordeling tot afgifte dient gelet op het door Hoogendonk gestelde onrechtmatig handelen te worden beperkt tot gegevensdragers waarvan bij summiere bestudering moet worden aangenomen dat zij door Hoogendonk zijn vervaardigd. Dit zou bij voorbeeld kunnen blijken door kenmerken als het logo van Hoogendonk of vermelding van de vervaardiger van de gegevens. Bij afgifte van die gegevensdragers heeft Hoogendonk een rechtmatig belang waarvoor het belang van Dutch Spiral bij bescherming van haar bedrijfsgegevens moet wijken. Wel zal de rechtbank op de voet van lid 2 van artikel 843a Rv. de wijze van afgifte voorschrijven om te voorkomen dat bedrijfsgegevens van Dutch Spiral onnodig worden prijsgegeven.
- 22.
Voor de hand ligt dat thans eerst een onafhankelijke persoon onderzoekt of en welke van de in beslag genomen gegevensdragers voldoen aan het hiervoor aangegeven criterium. Voor dat onderzoek is wellicht een zekere technische deskundigheid vereist. Partijen zal gelegenheid worden geboden zich uit te laten over de aan te wijzen derde en de aan de deze te geven instructies.
De beslissing
De rechtbank:
verwijst de zaak naar de rolzitting van 21 juli 2004 voor akte, eerst aan de zijde van Hoogendonk;
houdt elke nadere beslissing aan;
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G.J. de Heij en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 23 juni 2004.