NJ 2019/417
Strafzaak tegen (ex-)wethouder Roermond: art. 119 Grondwet niet van toepassing; schending ambtsgeheim; stempassen en volmachtbewijzen voor wederrechtelijk gebruik voorhanden hebben.
HR 09-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1135, m.nt. N. Jörg
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
18/00168
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
N. Jörg
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS93701:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1135, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Strafzaak tegen (ex-)wethouder Roermond: art. 119 Grondwet niet van toepassing; schending ambtsgeheim; stempassen en volmachtbewijzen voor wederrechtelijk gebruik voorhanden hebben.
1. I.v.m. de bescherming van de in art. 119 Grondwet bedoelde ambtsdragers tegen een op lichtvaardige gronden ingestelde vervolging, moet de rechter bij voldoende aanwijzingen dat de verdachte door het begaan van de tenlastegelegde gedragingen een bijzondere ambtsplicht heeft geschonden of gebruik heeft gemaakt van macht/gelegenheid/middel, hem door zijn ambt geschonken, nader onderzoeken of zich een geval voordoet als in art. 119 Grondwet bedoeld. Dit geldt ook als de tenlastelegging niet expliciet is toegesneden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.