V-N 2021/8.19
‘Doorgeefluik’ bij fraude is zelf accijns verschuldigd
HR 05-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:169, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 februari 2021
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Van Loon, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
19/01068
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS254289:1
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:169, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:101, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2020
- Wetingang
art. 51 lid 1 onderdeel b WA
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat onder ‘betrokken zijn’ moet worden begrepen het verhandelen van frauduleuze accijnsgoederen ten behoeve van degene die deze voorhanden heeft. X heeft hieraan deelgenomen door koopsommen met valse facturen op een eigen bankrekening te ontvangen en die aan de opdrachtgever af te geven.
Samenvatting
X is directeur en enig aandeelhouder van een bv en heeft daarnaast een eenmanszaak. X heeft op naam van die bv en zijn eenmanszaak valse facturen opgesteld voor de levering van minerale oliën, waarmee fraude was gepleegd. X inde de facturen en betaalde deze contant door aan zijn opdrachtgever. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.