Einde inhoudsopgave
Embryowet
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 27-09-2013
- Bronpublicatie:
10-07-2013, Stb. 2013, 306 (uitgifte: 25-07-2013, kamerstukken: 32610)
- Inwerkingtreding
27-09-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-2013, Stb. 2013, 354 (uitgifte: 26-09-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Gezondheidsrecht / Medische ethiek
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Indien het wetenschappelijk onderzoek een verloop neemt dat in noemenswaardige mate voor de zwangere vrouw of de foetus ongunstiger is dan in het onderzoeksprotocol is voorzien, doet degene die het onderzoek uitvoert, daarvan terstond mededeling aan degene die toestemming heeft gegeven, en aan de ingevolge artikel 3 bevoegde commissie die als laatste haar oordeel heeft gegeven met een verzoek om een nader oordeel. Tot het tijdstip waarop een nader oordeel wordt gegeven, wordt de uitvoering van het onderzoek opgeschort, tenzij de gezondheid van de zwangere vrouw of van de foetus opschorting niet onmiddellijk toelaat.
2.
Indien het nader oordeel negatief is, wordt de uitvoering van het onderzoek beëindigd, tenzij de gezondheid van de zwangere vrouw of van de foetus beëindiging niet onmiddellijk toelaat.
3.
Degene die het wetenschappelijk onderzoek uitvoert, doet onder opgave van de redenen aan de ingevolge artikel 3 bevoegde commissie die als laatste haar oordeel heeft gegeven eveneens mededeling van de voortijdige beëindiging van een onderzoek.