Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2022
- Bronpublicatie:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2022, Stcrt. 2022, 5649 (uitgifte: 29-03-2022, regelingnummer: 3762874)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Er zijn vier bestuurlijke sancties die vanwege hun algemene karakter in een groot aantal gevallen en voor regelgeving van uiteenlopende aard in aanmerking komen als handhavingsmiddel. Voor het verlenen van de bevoegdheid tot het toepassen van een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom (beide herstelsancties) is in aanwijzing 5.42 een model opgenomen. Titel 5.3 Awb (herstelsancties) bevat algemene regels over het opleggen van een last onder bestuursdwang (afdeling 5.3.1) en het opleggen van een last onder dwangsom (afdeling 5.3.2). Een bevoegdheid tot toepassing van een last onder bestuursdwang impliceert automatisch een bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom (zie artikel 5:32, eerste lid, Awb). Het opleggen van een bestuurlijke boete (bestraffende sanctie) is geregeld in titel 5.4 Awb.
De titels 5.3 en 5.4 Awb gelden niet in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In een regeling die (mede) voor die eilanden geldt, moet worden voorzien in een nadere regeling van de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom.
Bij het verlenen van de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete worden de artikelen 6 en 7 EVRM en de artikelen 14 en 15 IVBPR in acht genomen (zie hiervoor met name de memorie van toelichting bij de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht, Kamerstukken II 2003/04, 29702, nr. 3, p. 117 e.v.). Zie ook aanwijzing 2.7.