RFR 2015/128
Kinderbescherming. Mag worden verwacht dat voordat een geschil ex art. 1:262b BW aan de kinderrechter wordt voorgelegd, een redelijke inspanning is geleverd om dat geschil in der minne te beslechten?
Rb. Rotterdam 18-06-2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4340
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
18 juni 2015
- Magistraten
Mr. J. van Driel
- Zaaknummer
476810
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921872:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2015:4340, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 18‑06‑2015
- Wetingang
Art. 1:262b BW
Essentie
Kinderbescherming. Ondertoezichtstelling. Uithuisplaatsing.
Mag van verzoekers en in het bijzonder hun advocaten worden verwacht dat zij alvorens een geschil ex art. 1:262b BW aan de kinderrechter voor te leggen, een redelijke inspanning leveren om dat geschil in der minne te beslechten?
Samenvatting
Het kind van verzoekers is onder toezicht gesteld en tevens uithuisgeplaatst bij pleegouders. De ouders hebben de kinderrechter verzocht dat de gecertificeerde instelling (hierna: 'GI') de ouders de omgangsverslagen van de afgelopen bezoekmomenten doet toekomen. Door de GI is verklaard dat het verzoek van de ouders om omgangsverslagen van bezoekmomenten te doen toekomen, niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.