Regeling tachograafkaarten
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2005
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met de Wet van 06-07-2004, Stb. 347.
- Bronpublicatie:
05-07-2005, Stcrt. 2005, 135 (uitgifte: 01-01-2005, regelingnummer: HDJZ/AWW/2004-1397)
- Inwerkingtreding
20-07-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2005, Stb. 2005, 359 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verkeersrecht (V)
1.
De wijze van afgifte van een tachograafkaart wordt schriftelijk aan de aanvrager gemeld.
2.
Afgifte van een bestuurderskaart geschiedt op vertoon door de aanvrager van een op zijn naam gesteld, geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, alsmede de aan hem gezonden schriftelijke melding, bedoeld in het eerste lid.
3.
Afgifte van een werkplaatskaart geschiedt op vertoon door de aanvrager van een op zijn naam gesteld, geldig identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, alsmede de aan hem gezonden schriftelijke melding, bedoeld in het eerste lid.
4.
Een bestuurderskaart of werkplaatskaart die is aangevraagd in verband met een defect of beschadiging of vernieuwing van de oude kaart wordt niet eerder afgegeven dan na inlevering van de te vervangen kaart op de plaats van afgifte.
5.
Bij afgifte van een bestuurderskaart aan een bestuurder die een geldig rijbewijs heeft zonder pasfoto en aan een bestuurder als bedoeld in artikel 3 toont de aanvrager naast de in het tweede lid genoemde documenten ook een geldig paspoort.