Einde inhoudsopgave
Wet op de kansspelen
Artikel 33g
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 345 (uitgifte: 07-09-2022, kamerstukken: 36003)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2022, Stb. 2022, 364 (uitgifte: 21-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Kansspelbelasting (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, kan persoonsgegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, verwerken, voor zover die verwerking noodzakelijk is voor:
- a.
de uitvoering van deze wet;
- b.
het toezicht op naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde of aan de op grond van deze wet verleende vergunning verbonden voorschriften;
- c.
de handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde of aan de op grond van deze wet verleende vergunning verbonden voorschriften, of
- d.
de administratieve samenwerking met andere instanties overeenkomstig artikel 34m.
2.
De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, en de ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34, verstrekken elkaar de gegevens die deze behoeven ter uitvoering van hun wettelijke taken.
3.
Onze Minister van Veiligheid en Justitie, de rijksbelastingdienst, de Nederlandse Arbeidsinspectie en andere in het reglement, bedoeld in het zesde lid, aangewezen bestuursorganen en toezichthouders zijn bevoegd uit eigen beweging of verplicht desgevraagd de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, en de ambtenaren en personen, bedoeld in artikel 34, de gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun taken. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, en van andere, bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen nummers.
4.
Onverminderd artikel 6 van de Algemene verordening gegevensbescherming mogen de gegevens, bedoeld in het eerste lid, slechts worden verwerkt mits de uitvoering van de taak met het oog waarop de gegevens zijn verstrekt, daartoe noodzaakt.
5.
De in het tweede en derde lid bedoelde gegevensverstrekking vindt niet plaats indien de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene daardoor onevenredig wordt geschaad.
6.
De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, beschikt over een reglement waarin in ieder geval regels zijn gesteld met betrekking tot de wijze waarop:
- a.
de verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt;
- b.
de persoonsgegevens door passende technische en organisatorische maatregelen worden beveiligd tegen verlies of onrechtmatige verwerking.
7.
Het reglement, bedoeld in het zesde lid, bevat voorts regels met betrekking tot de bestuursorganen, toezichthouders, instanties of personen waarmee gegevens kunnen worden uitgewisseld, de wijze waarop gegevens kunnen worden verstrekt en de doorlevering en vernietiging van gegevens.
8.
Bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de vorige leden.
9.
De raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a, is verwerkingsverantwoordelijke.