Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/13.3
13.3 Eilanden van onbelastbaarheid: subjectniveau en objectniveau
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS363272:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Ik laat de artikelen 3 en 4 Btw-richtlijn (ex art. 28bis lid 1 en art. 26bis, D Zesde richtlijn) hier buiten beschouwing, aangezien het geen eilanden van onbelastbaarheid betreft met betrekking tot leveringen van goederen en diensten, maar specifiek met betrekking tot bepaalde intracommunautaire verwervingen. Zoals ik heb aangegeven in deel I, hoofdstuk 4, laat ik bovendien de regels met betrekking tot de verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen landen (bepalingen met betrekking tot de plaats van levering en de plaats van dienst) in dit onderzoek verder buiten beschouwing.
Ik laat de vrijstellingen voor ambassades, consulaten, internationale organisaties, etc. (art. 151Btw-richtlijn, ex art. 15 lid 10 Zesde richtlijn) buiten beschouwing, aangezien het vrijstellingen betreft voor zeer specifieke instellingen. Ook de vrijstelling van art. 152 Btw-richtlijn (ex art. 15 lid 11 Zesde richtlijn) voor de levering van goud aan centrale banken laat ik vanwege zijn bijzondere, beperkte karakter in dit onderzoek buiten beschouwing.
De (eventuele) oorzaken van het achterwege blijven van heffing moeten zowel op subjectniveau als op objectniveau worden gezocht. Op het subjectniveau houden zij verband met de elementen van het begrip belastingplichtige: “eenieder”, “zelfstandig” en “economische activiteit”. Op het objectniveau houden zij verband met de elementen van het object van heffing in de btw “leveringen van goederen en diensten”, “door een als zodanig handelende belastingplichtige” en “onder bezwarende titel”.
Op het niveau van het subject, wordt het bestaan van de volgende eilanden van onbelastbaarheid vermoed:
De samenwerkende partijen zijn tezamen als eenieder (één entiteit) aan te merken;
De ene partij is ondergeschikt (onzelfstandig) ten opzichte van de andere partij;
Er is geen sprake van het verrichten van een economische activiteit;
Er is sprake van handelen binnen een fiscale eenheid;
Er is sprake van handelen binnen een besloten of een eigen kring / er is geen sprake van handelen binnen het maatschappelijk of economisch verkeer.
Op het niveau van het object, wordt het bestaan van de volgende eilanden van onbelast(baar)heid vermoed1:
Er is geen sprake van een handelen door een belastingplichtige “als zodanig”;
Er is sprake van handelen in de kapitaalsfeer;
Er is geen sprake van een levering of een dienst;
De handeling vindt niet plaats onder bezwarende titel;
Er is sprake van een overgang van een geheel of gedeelte van een “algemeenheid”;
‘Er is een bijzondere regeling van toepassing;
Er is sprake van een vrijstelling.2