Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1996
- Bronpublicatie:
29-03-1996, Stb. 1996, 257 jo Stb. 1996, 276 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: 24496)
29-03-1996, Stb. 1996, 257 jo Stb. 1996, 276 (uitgifte: 14-05-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22961 Overheid.nl: 22961)
- Inwerkingtreding
01-07-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-1996, Stb. 1996, 325 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Met betrekking tot
- a.
de keuring door een in Nederland gevestigde keuringsinstelling;
- b.
de afgifte, de geldigheidsduur en het model van het keuringscertificaat;
- c.
de aanduiding aan te brengen op het vervoermiddel dient het bepaalde in de Bijlage 1, aanhangsel 1 t/m 4, van de Overeenkomst in acht te worden genomen.
2.
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat stelt met betrekking tot de keuring nadere voorschriften vast.
3.
De keuringsinstelling geeft het keuringscertificaat slechts af indien het vervoermiddel overeenkomstig de in het eerste lid bedoelde bepalingen is gekeurd en goedgekeurd.
4.
De keuringsinstelling kan van degene die een keuringscertificaat onder zich heeft de teruggave daarvan vorderen indien zich naar zijn oordeel omstandigheden voordoen of bekend zijn geworden van dien aard dat, zo deze ten tijde van de afgifte van het certificaat hadden bestaan of bekend waren geweest, die afgifte niet zou hebben plaatsgehad. De betrokkene is alsdan verplicht het certificaat onverwijld bij de instelling in te leveren.
5.
Voor de behandeling van een verzoek om keuring van een vervoermiddel is een vergoeding verschuldigd. Voor goederenwagens stelt Onze Minister de hoogte van de vergoeding alsmede de wijze van betaling vast. Voor vrachtauto's stelt de Dienst Wegverkeer de hoogte van de vergoeding alsmede de wijze van betaling vast, waarbij artikel 4q, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 van overeenkomstige toepassing is.