V-N 2018/39.7
Na afrekening over lijfrenteverplichting geldt saldomethode
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1200, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
De Groot, Fierstra, Groeneveld, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
17/00698
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24611:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Winst
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1200, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:494, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:159, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑02‑2018
- Wetingang
art. 30i AWR; art. 6 EVRM; art. 25 lid 1 onderdeel g Wet IB 1964; art. 3.100 lid 1 onderdeel b, art. 3.106, 3.107 en 3.107a Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat sprake is van ongeoorloofde dubbele heffing van inkomstenbelasting omdat zowel de lijfrente-aanspraak als de in 2010 aan de heer X uitbetaalde lijfrentetermijn wordt belast. De na 1 maart 2010 ontvangen lijfrentetermijnen moeten worden belast met toepassing van de saldomethode.
Samenvatting
De belanghebbende, de heer X, heeft in 1998 ter zake van de inbreng van zijn vof-aandeel in een werk- bv voor de stakingswinst en de afname van zijn fiscale oudedagsreserve een direct ingaande lijfrente bedongen. De aandelen in deze bv worden tot 1 maart 2010 gehouden door Beheer bv. De aandelen in Beheer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.