Einde inhoudsopgave
Wet bekostiging financieel toezicht 2019
Artikel 14 Eenmalige handelingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
17-10-2018, Stb. 2018, 409 (uitgifte: 15-11-2018, kamerstukken: 34870)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2018, Stb. 2018, 458 (uitgifte: 13-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een persoon is de toezichthouder een vergoeding verschuldigd voor het verrichten van een eenmalige handeling.
2.
Bij regeling van Onze Ministers, ieder voor diens beleidsverantwoordelijkheid, worden de eenmalige handelingen waar een vergoeding voor verschuldigd is en de kosten daarvoor of de wijze waarop deze kosten worden berekend vastgesteld. Bij die regeling kunnen tevens regels worden gesteld over de wijze en het moment waarop de kosten in rekening worden gebracht.