Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen 1940–1945
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
Elk buitengewoon pensioen eindigt met het einde van de maand, waarin de rechthebbende is overleden. Ingeval van vermissing van de rechthebbende eindigt diens pensioen met een door de Sociale verzekeringsbank te bepalen dag.
2.
Het buitengewoon pensioen van de in artikel 15 bedoelde kinderen eindigt tevens met het einde van de maand, waarin de rechthebbende:
- a.
de leeftijd van 21 jaren heeft bereikt of in het huwelijk is getreden;
- b.
is geadopteerd.
3.
Een vervallen verklaard of ingetrokken buitengewoon pensioen eindigt met het einde van de maand, waarin de beschikking inzake het vervallen verklaren of de intrekking is gegeven.