Einde inhoudsopgave
Inkwartieringswet
Artikel 46
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1953
- Bronpublicatie:
18-06-1953, Stb. 1953, 305 (uitgifte: 03-07-1953, kamerstukken: 2610 )
- Inwerkingtreding
01-08-1953
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-07-1953, Stb. 1953, 342 (uitgifte: 24-07-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien voor het voldoen aan een vordering of voor een ingebruik- of ineigendomneming ingevolge artikel 28 geen schriftelijk bewijs is afgegeven en geen directe betaling krachtens artikel 44 heeft plaats gehad, dient de belanghebbende zich zo spoedig mogelijk te wenden tot de burgemeester ter plaatse, onder opgave van een duidelijke omschrijving van hetgeen gevorderd of in gebruik of in eigendom genomen is en zo mogelijk onder vermelding van naam, rang en leger- of marinenummer van de militair, die de vordering deed of in gebruik of in eigendom nam.
2.
De militair, in het eerste lid bedoeld, is verplicht zo mogelijk aan de belanghebbende zijn naam, rang en leger- of marinenummer mede te delen en bescheiden te tonen, waarin deze gegevens vermeld zijn.
3.
De burgemeester overtuigt zich desnodig en zo mogelijk van de juistheid van de verstrekte gegevens, in het eerste lid bedoeld, en zendt dienaangaande zo spoedig mogelijk bericht aan Onze Minister, die alsdan zorg draagt voor de uitbetaling overeenkomstig artikel 44.