RFR 2017/70
Huwelijksvermogensrecht. Kan een vaststellingsovereenkomst ook strijdig zijn met dwingend recht, wanneer deze is gesloten ter beëindiging van een tussen partijen reeds bestaande onzekerheid?
HR 06-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:19
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 januari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/03095
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926229:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:19, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:987, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2015
- Wetingang
Art. 7:900, 7:902 BW
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Vaststellingsovereenkomst.
Kan een vaststellingsovereenkomst ook strijdig zijn met dwingend recht wanneer deze is gesloten ter beëindiging van een tussen partijen reeds bestaande onzekerheid?
Samenvatting
Taxibedrijf (Blue Taxi) heeft met haar (oud-)werknemers vaststellingsovereenkomsten gesloten, omdat het taxibedrijf vreesde voor een vordering van een cao-partner (SFT) vanwege het onjuist naleven door Blue Taxi van de pauzeregeling in de cao. In de vaststellingsovereenkomsten is opgenomen dat de chauffeurs afstand doen van een eventuele (loon)vordering, waarop zij op grond van de voor hen geldende cao aanspraak zouden kunnen maken vanwege (eventuele) onjuiste toepassing van de pauzeregeling. Het hof legt deze vaststelling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.