Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken
Artikel 12 [Weigeringsgronden]
Geldend
Geldend vanaf 07-10-1972
- Bronpublicatie:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-10-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De uitvoering van de rogatoire commissie kan niet worden geweigerd dan in zoverre
- a)
die uitvoering in de aangezochte Staat niet behoort tot de bevoegdheid van de rechterlijke macht; of
- b)
de aangezochte Staat van oordeel is dat die uitvoering een inbreuk zou betekenen op zijn soevereiniteit of zijn veiligheid.
2.
De uitvoering kan niet worden geweigerd op de enkele grond, dat de wet van de aangezochte Staat ten aanzien van de zaak waarop het verzoek betrekking heeft uitsluitende rechtsmacht voor die Staat opeist, dan wel een rechtsvordering als waarop het verzoek betrekking heeft niet toekent.