Einde inhoudsopgave
Inkomstenregeling militairen
Artikel 39 Toelage woninghuur Koninklijke marechaussee
Geldend
Geldend vanaf 12-09-2017
- Redactionele toelichting
Oorspronkelijke datum van afkondiging: 18-01-1996. Oorspronkelijke datum van inwerkingtreding: 19-01-1996 met twk. 01-01-1996.
- Bronpublicatie:
31-08-2017, Stcrt. 2017, 51260 (uitgifte: 12-09-2017, regelingnummer: BS2017025590)
- Inwerkingtreding
12-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-08-2017, Stcrt. 2017, 51260 (uitgifte: 12-09-2017, regelingnummer: BS2017025590)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Vergoeding
1.
In dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
militair: de militair van de Koninklijke marechaussee met een lagere rang dan die van tweede luitenant in fase drie;
- b.
bevordering: het toekennen aan de militair van een hogere rang dan die van marechaussee der eerste klasse, daaronder begrepen de aanstelling in een hogere rang bij de groep middenkader Koninklijke marechaussee en de groep specifiek personeel.
2.
De militair die op 30 juni 1988 aanspraak had op een toelage krachtens artikel 63, aanhef en onder d, van de Regeling inkomsten militairen land- en luchtmacht 1969, heeft aanspraak op een toelage ter tegemoetkoming in de woninghuur.
3.
Tot de op of ná 1 juli 1988 gelegen datum waarop de militair voor de derde maal wordt bevorderd, bedraagt de toelage, bedoeld in het tweede lid:
- a.
6 procent van de voor hem geldende bezoldiging, indien hij een echtgenoot heeft, tenzij hij anders dan om redenen van dienst niet met zijn gezinsleden samenwoont;
- b.
4 procent van de voor hem geldende bezoldiging in de overige gevallen.
4.
Met ingang van de datum waarop de militair op of ná 1 juli 1988 voor de derde maal wordt bevorderd tot de datum waarop hij voor de vierde maal wordt bevorderd, bedraagt de toelage, bedoeld in het tweede lid:
- a.
3 procent van de voor hem geldende bezoldiging, indien hij een echtgenoot heeft, tenzij hij anders dan om redenen van dienst niet met zijn gezinsleden samenwoont;
- b.
2 procent van de voor hem geldende bezoldiging in de overige gevallen.
5.
De aanspraak op de toelage, bedoeld in het tweede lid, vervalt op de ná 1 juli 1988 gelegen datum waarop de militair voor de vierde maal wordt bevorderd.