Einde inhoudsopgave
Archiefregeling
Artikel 6 Microfilm
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2010
- Bronpublicatie:
15-12-2009, Stcrt. 2010, 70 (uitgifte: 06-01-2010, regelingnummer: WJZ/178205(8189))
- Inwerkingtreding
01-04-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2009, Stcrt. 2010, 70 (uitgifte: 06-01-2010, regelingnummer: WJZ/178205(8189))
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Microfilm voor archiefbescheiden is een polyester halogeenzilverfilm, negatief ontwikkeld, die voldoet aan NEN 3528:1975. Deze film wordt aangeduid als moederfilm.
2.
De kwaliteit van de opname van een moederfilm is overeenkomstig:
- a.
Quality Index 10 van NEN-ISO 6199:2005, Annex C, hoog contrast ontwikkeld, voor wat betreft gedrukt of geprint materiaal; en
- b.
Quality index 8 van NEN-ISO 6199:2005, Annex C, laag contrast ontwikkeld, voor wat betreft handgeschreven materiaal.
3.
Van een moederfilm wordt een kopie vervaardigd op een polyester halogeenzilverfilm, die ten opzichte van de moederfilm een kwaliteit heeft van ten hoogste 1 target minder volgens NEN-ISO 6199:2005. Deze film wordt aangeduid als duplicaatfilm. Bij het kopieerproces vindt geen wisseling van polariteit plaats. Voor het overige is de kwaliteit van een duplicaatfilm gelijk aan die van de moederfilm.
4.
De afwerking van moederfilms en duplicaatfilms voldoet aan NEN 2154:1980.
5.
Moederfilms en duplicaatfilms worden niet ter inzage gegeven.
6.
Gebruikskopieën worden gemaakt van een duplicaatfilm.