NJ 1927, p. 548
HR, 27-01-1927
HR 27-01-1927, ECLI:NL:HR:1927:114
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 1927
- Magistraten
Mrs. Bosch, Jhr. Feith, Visser, Schepel en van Gelein Vitringa.
- Zaaknummer
[27011927/NJ_1927,_p._548]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS122700:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1927:114, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑1927
- Wetingang
(BW art. 1586.)
Samenvatting
Vordering van den huurder tot ontbinding wegens het niet verschaffen van het rustig genot, op grond dat eenige onderhuurders van den huurder van een gedeelte van het perceel (waarvan eischer een ander gedeelte in huur had) bedoeld gedeelte tot beroovingshol hadden ingericht en de verhuurder niet behoorlijk voor ontruiming had gezorgd.
De cassatiemiddelen missen feitelijken grondslag. Het Hof heeft den verhuurder niet aansprakelijk gesteld voor daden van anderen, maar voor eigen daad.
Partij(en)
W. Cune, grondeigenaar, wonende te Rotterdam, eischer tot cassatie van een arrest van het Gerechtshof te ‘s Gravenhage de dato 18 Juni 1926, advocaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.