JOW 2017/20
voordeelsberekening/ontnemingsbedrag, forfaitaire rente
HR 04-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:587
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 april 2017
- Magistraten
Van Schendel, Splinter-van Kan, Van den Brink
- Zaaknummer
15/00909
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:587, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:213, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2016
- Wetingang
Art. 36e Sr
Essentie
Mogelijk gegenereerde en bespaarde rente is geen voordeel
Samenvatting
Voor de bepaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel dient, gelet op het reparatoire karakter van de maatregel als bedoeld in art. 36e Sr, te worden uitgegaan van het voordeel dat de betrokkene in de concrete omstandigheden van het geval daadwerkelijk heeft behaald. Dat betekent dat daaronder niet valt een bedrag dat verdachte ‘aan rente heeft kunnen (doen) genereren dan wel aan rente heeft kunnen besparen (door geen geld te hoeven lenen)’
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.