NJ 2009, 308
Overschrijding redelijke termijn en ontvankelijkheid OM.
HR 23-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI2277
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2009
- Magistraten
Mrs. J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
07/12440
- Conclusie
wnd. A-G Bleichrodt
- LJN
BI2277
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI2277, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI2277, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2009
- Wetingang
Essentie
De enkele omstandigheid dat vertraging in de behandeling zo langdurig is dat herinnering van verdachte en getuigen aan het gebeurde dusdanig is verbleekt dat de feiten niet meer juist zijn vast te stellen leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 19 februari 2007, nummer 20/007480-05, in de strafzaak tegen M.A.J. van S. Adv. mr. P.W. van der Kruijs, te 's‑Hertogenbosch.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1; red.)
Hoge Raad:
2. Beoordeling van het tweede middel
2.1.
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.