Einde inhoudsopgave
Wegenverkeerswet 1994
Artikel 4aj [Taak. Goedkeuring en instemming]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
13-09-2012, Stb. 2012, 442 (uitgifte: 02-10-2012, kamerstukken: 33250)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2012, Stb. 2012, 619 (uitgifte: 12-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht (V)
1.
De raad van toezicht ziet toe op de werkzaamheden van de directie en staat die met raad terzijde.
2.
Goedkeuring door de raad van toezicht behoeven in ieder geval de besluiten van de directie betreffende:
- a.
het reglement, bedoeld in artikel 4an;
- b.
investeringen die een door de raad van toezicht vast te stellen bedrag te boven gaan;
- c.
wijzigingen in de rechtspositie van het personeel;
- d.
de bij of krachtens deze wet aan Onze Minister uit te brengen rapportages.
3.
Onze Minister kan bepalen dat de directie de voorafgaande instemming behoeft van de raad van toezicht voor een beslissing als bedoeld in artikel 32 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen of dat de directie, ingeval Onze Minister een beslissing als bedoeld in dat artikel aan zijn voorafgaande instemming heeft onderworpen, die beslissing pas aan hem kan voorleggen nadat de raad van toezicht heeft verklaard tegen die beslissing geen bedenkingen te hebben.
4.
De directie behoeft in elk geval de voorafgaande instemming van de raad van toezicht voor de besluiten betreffende:
- a.
de begroting;
- b.
de vaststelling van de tarieven, bedoeld in artikel 4aa, eerste lid, onderdeel p, de tarieven die voortvloeien uit artikel 4aa, derde lid, onderdeel b, alsmede de wijze van betaling van deze tarieven;
- c.
het jaarverslag en de jaarrekening;
- d.
het bestuursreglement, bedoeld in artikel 4ad, vijfde lid;
- e.
het financiële meerjarenbeleidsplan;
- f.
het sluiten van overeenkomsten van zwaarwegend belang.
5.
De in het vierde lid, onderdelen e en f genoemde besluiten behoeven de goedkeuring van Onze Minister. De goedkeuring kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
6.
De raad van toezicht kan geen rechtsgeldige besluiten nemen indien niet ten minste de meerderheid van de leden ter vergadering aanwezig is.
7.
De raad van toezicht stelt bij reglement zijn werkwijze vast. Het reglement behoeft de goedkeuring van Onze Minister.
8.
De vergaderingen van de raad van toezicht zijn niet openbaar.