NJ 1956/548:Hof 's-Hertogenbosch, 09-02-1956

NJ 1956/548

Hof 's-Hertogenbosch, 09-02-1956

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

Samenvatting

Voor een vordering uit art. 1401 B. W. is een gedraging nodig, onrechtmatig los van een tussen partijen bestaande contractuele verhouding (verg. Asser-Rutten, blz. 480— 481).

Een reeds eerder uitdrukkelijk betwist feit mag niet zonder meer als vaststaand worden aangenomen, wanneer het bij pleidooi niet andermaal is betwist.

Geïntimeerde, die na het sluiten van de niet opzegbare huurovereenkomst met appellant het verhuurde perceel aan een derde verkocht en vervolgens, zelf huurder geworden, die huur aan den koper opzegde, waardoor appellant, toen onderhuurder geworden, zonder recht of titel het perceel bewoonde en dit mitsdien moest ontruimen, pleegde met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.