Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 524 [Veilig gebruik]
Geldend
Geldend vanaf 19-02-2019
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 2 komt niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stb. 2018, 503 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken: 34813)
- Inwerkingtreding
19-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2019, Stb. 2019, 60 (uitgifte: 18-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
De betaaldienstgebruiker die gemachtigd is om een betaalinstrument te gebruiken,
- a.
gebruikt het betaalinstrument overeenkomstig de voorwaarden die op de uitgifte en het gebruik van het betaalinstrument van toepassing zijn, en
- b.
stelt de betaaldienstverlener, of de door laatstgenoemde gespecificeerde entiteit, onverwijld in kennis van het verlies, de diefstal of onrechtmatig gebruik van het betaalinstrument of van het niet-toegestane gebruik ervan.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onder a, neemt de betaaldienstgebruiker, zodra hij een betaalinstrument ontvangt, in het bijzonder alle redelijke maatregelen om de veiligheid van de persoonlijke beveiligingsgegevens ervan te waarborgen.
3.
De voorwaarden bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, zijn objectief, niet-discriminerend en evenredig.